Dag 16: Burgos – Hornillos del Camino

Zelfs in een stad als Burgos is het ’s ochtends zoeken naar koffie. Maar het is een heerlijke ochtend: de vogels fluiten, het weer is aangenaam en ik ben vrolijk omdat de meseta gaat beginnen. Koffiepauze in Tardajos en na het volgende dorp begint ’t echt: een pad naar links en dan het uitgestrekte glooiende landschap voor je. Een van de prachtigste stukken van de Camino Francés.

Het gaat allemaal vlotjes vandaag: ruim op tijd zijn we bij een prettige herberg in Hornillos, met ligstoelen in de tuin en een self service koelkast met drankjes. Er kwamen in Hornillos de afgelopen jaren aardig wat nieuwe herbergen bij, maar dat blijken er momenteel niet genoeg te zijn: veel pelgrims stranden vandaag zonder een bed te bemachtigen. Er rijden taxi’s af en aan om ze naar verder gelegen plaatsen te vervoeren. Er lopen echt  veel mensen nu. Ik besluit om maar weer een paar dagen vooruit te reserveren, alhoewel ik dat eigenlijk helemaal niet zo des pelgrims vind…

Speciaal om het wat minder saai voor Arie te maken: zoek de John Deere

 

Dag 15: Cardeñuela – Burgos

Slechts 12 km scheiden ons nog van Burgos, de tweede grote stad op de route. Na een koekjes-en-jam-ontbijt zoeken we de weg het dorp uit. We lopen niet door het industriegebied, maar nemen voor het vliegveld de weg naar Catañares, vanaf waar we na de koffie over het aangename pad langs de rivier de Arlanzon lopen.

Dat gaat allemaal heel vlot en om half twaalf staan we dan ook al in de lobby van het hotel: Norte y Londres, mijn favoriete plek in Burgos. Luxe met een beetje vergane glorie.

Daarna is er veel te doen: ik ga met Debby naar een kliniek om naar haar scheen te laten kijken: de jolige dokter aldaar constateert een huidontsteking en schrijft het een en ander voor, waaronder een receptje antibiotica dat ik lees als Duracel. ‘Nee dat zijn batterijen’, zegt hij. Maar dat het geen slecht idee is om die ook te vervangen. Verder schrijft ie nog een briefje met instructies voor Debby, dat eindigt met ‘and have a good camino’.

We brengen een bezoekje aan de indrukwekkende kathedraal, een kennis van mij uit Amsterdam komt langs voor een glas wijn, er is tijd voor een echt bad en wat rondlopen in de stad. Na etenstijd zitten we in de hotelkamer geinstalleerd met chips en wijn en coca cola zero klaar voor de 1e voorronde van het songfestival. Helaas, net de zender waarop dat uitgezonden wordt doet t niet. Dan maar gewoon chillen en voor pelgrimsbegrippen laat naar bed, tussen de echte lakens.

Langs t vliegveld…
…op zoek naar de rivier
Portemonnees vullen
Vlak voor de binnenstad
Kathedraal… 

..en van binnen
Jolige dokter en jolige Debby
Norte y Londres…
By night

 

 

Dag 14: Villafranca – Cardeñuela-Riopica

We moeten de Montes de Oca, de ganzenbergen op, een van oudsher berucht gebied waar struikrovers pelgrims overvielen. Vandaag ziet het er echter heel vriendelijk uit: we lopen in het bos en Sjan waant zich in de Loonse en Drunense duinen. Het klimmen valt zo ’s ochtends eigenlijk erg mee en na 12 km komen we aan bij het klooster van San Juan de Ortega. Koffie in de bar daar. En coca cola zero natuurlijk.

Vanaf San Juan lopen we door Ages en dan Atapuerca, een van de drie plaatsen in Europa waar geclaimd wordt dat daar de oudste oermens gevonden is. Tijd voor de lunch.

Daarna gaan we nog even omhoog naar de hoogvlakte van Burgos en lopen we door naar onze herberg in Cardeñuela. We eten met de andere pelgrims, waarvan we een aantal inmiddels kennen, in de herberg en slapen op een slaapzaal. Morgen maar 12 naar Burgos!

Mediterende vrouw

Sjan voelt zich thuis 
Salamandertje
San Juan de Ortega

Boven

 

Reclame voor de herberg
Bijna daar!
Gearriveerd…
…en geïnstalleerd!

Verloren

8 mei, 25 km, bewolkt 20 graden, Cahors – Lascabanes

Wat is dat toch? Vraag ik mezelf af. Waarom voel ik me in een grote stad op de Camino verloren? Ik schreef in mijn dagboek: ik zie mijn Camino vrienden niet, de mensen zijn haastig, zonder aandacht voor de voorbijganger. En ik realiseer me dat ik dat zo bijzonder vind op de Camino. De band die er ontstaat tussen de pelgrims. In mijn gite “Papillon verte” voel ik me helemaal thuis. Persoonlijke aandacht, echte zorg voor de pelgrims. Als in een familie. En die hele kleine dingen, maken voor mij ook de Camino. Zoals het stukje tekst wat ik bij het ontbijt vind.

Lees verder Verloren

Dag 13: Belorado – Villafranca Montes de Oca

Oeps, zondag. Is er wel een bar open om te ontbijten? Ja, even zoeken en dan een beetje off route. Koffie, tostadas en crossants en dan op weg. Geen haast, want we doen slechts 12 km naar Villafranca Montes de Oca. Laaaaaange pauze in Villambistia. Het is voor het eerst echt warm vandaag. Na veel geklaag over de kou de afgelopen week, klagen we nu dan maar meteen over veeeeel te warm.

Het is een relaxed wandelingetje eigenlijk: we arriveren vroeg in de herberg van hotel San Anton Abad in Villafranca. Tja, wat doe je dan verder op zo’n dag? Je doet een wasje, schrijft een kaartje, drinkt een biertje of een coca cola zero in de bar, maakt een praatje met een medepelgrim, en dan is het weer tijd om te eten en te slapen. Voor 10 uur liggen we er weer in (geen stapelbedden vandaag).

Bijna in Villafranca
Pelgrimswasjes

Cahors

7 mei, 12 km, 26 graden, zonnig, Le Pech – Cahors

Deze dag hoort ook bij vertraging. Gisterenochtend heb ik pas het besluit genomen om vandaag alleen 12 km te lopen en een kijkje te nemen in Cahors. En…..iedereen zei, alles is vol en ik had meteen een plekje bij gite bij Papillon Vert.? Kennelijk is het de bedoeling dat ik het vandaag rustig aandoe. De gite van Le Pech ligt hoog boven een dal. Een mooie start met ochtend nevel.

Lees verder Cahors

Dag 12: Santo Domingo – Belorado

Lilian heeft deze dag een goed idee: omdat de laatste kilometers altijd het zwaarst zijn kunnen we die beter het eerst doen. Dus: morgen met een taxi naar het einddoel van de dag reizen en dan teruglopen.

Vanuit Santo Domingo zijn we in 7 km in Grañon voor een eerste koffiestop. Daarna verder door het glooiende landschap, dat er vandaag prachtig uitziet in de zon: het is afwisselend warm en koud, dus we blijven kleren aan- en uittrekken. Een paar dorpen verder komen we in Belorado aan. Er liggen soldaten met mitrailleurs in het gras: een verontrustend gezicht, maar waarschijnlijk gewoon een militaire oefening.

Onze bedden bevinden zich vandaag op een grote slaapzaal op zolder. Weer even wat anders als de luxehanddoekenenlakens van gisteren. We eten in het restaurant van de herberg en zoeken dan de zolder weer op. Om half elf snurkt het in alle bedden om me heen, zo lijkt het. Ik besluit mijn oordoppen niet uit te pakken, want hier is werkelijk geen kruid tegen gewassen.

Leaving Santo Domingo

Minimalistische landschappen
Grañon in de verte
De kerk van Grañon

Hoed op, hoed af, hoed op
Wat fotograferen we?
Een caminobordje
Scene uit de film The Way
Mary from Ireland…

Herberg!

Dag 11: Najera – Santo Domingo de la Calzada

We eten luxe in Najera: verse asperges aan een met linnen gedekte tafel, vergezeld door Mary, een Ierse alleenlopende dame. De volgende dag staat er 21 km naar Santo Domingo op het programma. Koud, koud, koud, maar nog steeds droog. Koffiestop in Azofra, een volgende in de golfbar in het spookdorp Cirueña: een plaats die helemaal klaar is om bewoond te worden, maar waarvan het merendeel van de huizen nog steeds te koop staat.

Vanaf daar is het nog 6 km naar Santo Domingo door het glooiende landschap. We hebben 3-persoons kamers met lakens en handdoeken. Een bezoek aan de kathedraal met de kippen, een taartje bij de bakker en weer een goed maal om de dag af te sluiten.

Debby in Azofra
Koolzaad in de Rioja

Santo Domingo in Santo Domingo
En de kippen…
Gelukkige vrouw met taart

 

Hulp

5 mei, 22 km, bewolkt 16 graden, Ussac- Limogne en Quercy

Vandaag staat in het teken van hulp ontvangen en hulp geven, zoals pelgrims dat voor elkaar doen. Het begon vanochtend al. Mijn pet (blauw/gele Camino pet) heb ik helaas laten liggen. Ik hoopte dat die nog wel tevoorschijn zou komen, maar dat was niet het geval. Kreeg ik vanochtend zomaar van de gite een hoedje. Trots als een pauw ging ik op weg. Ik merk dat de tekst van mijn koor aan het zingen ben: “Moedig ons aan, dat wij voortgaan, op de weg van het leven” Die had ik net even nodig ?

Lees verder Hulp

Zware benen

4 mei, 25 km, koel, bewolkt 10 graden, Figeac – Ussac

“Rijk kun je zijn met veel geld en als je weinig nodig hebt”. Deze tekst staat op het kaartje van de gite waar ik vandaag naar toe ga.

Dit is de eerste dag dat ik zo een zware benen had. Ik kan me niet herinneren zo moeizaam vooruit te zijn gegaan. Is het dan toch de afstand van gisteren (28km)? Tja dan heb ik mijn grens weer gevonden. Of is het gewoon een dag, die iedereen wel eens heeft. Aan de zwaarte van de etappe kan het niet liggen. Na de eerste stijging, vrijwel geen grote hoogte verschillen.

Lees verder Zware benen

Vertrouwen

“Vertrouwen is de vogel die het licht voelt
en zingt als de dageraad nog donker is.”
(Tagore)

3 mei, 28 km, veel wind en koud, 11 graden, Livinhac Le Haut – Figeac

Tja, vertrouwen. Dat heb ik ook wel eens een dag niet. Dan spreek ik mezelf moed in met de wijze woorden: “ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het kan” (Pipi Langkous). En iedereen heeft weleens zo een dag. Vandaag ging het dus over de afstand. Toch 3 km meer dan 25 en 25 voelt voor mij als aangenaam. Ik vond het toch spannend, want ik kom dan in het gebied van mijn ik….wel willen, maar niet over mijn grenzen gaan. Na het uitgebreide ontbijt van de gite Les Chants des Etoiles ga ik op pad.

Ik begin met een stijging van 200 naar ruim 400 meter. Daarna blijft het licht glooiend tussen 400 en 250 meter. Veel van die mooie paadjes, over de weilanden. Deze ochtend ook nog in mist.

Of deze Jacobsladders? De zon probeert met kracht de mist te verdrijven. Dat is ook maar heel kort dat je die kunt zien.

Dit effect van de mist heb ik nog niet eerder gezien. Het lijkt wel een regenboog in de mist.

Een pelgrim die er net naar buiten komt, zegt dat de kapel (Chapelle Santa Magdalena) de moeite waard is om te bekijken. Dat is zeker zo. Prachtige fresco’s op het plafond.

Na 3 uur lopen ben ik toe aan pauze en wat vind ik zomaar, een gastvrij bankje. Ik zit daar te genieten van vers brood met pindakaas (hier in Frankrijk gekocht) en dan komt Gitta langs. Deze foto kreeg ik van haar toegestuurd. Toen was het net warm genoeg voor mijn wandelrokje. Als ik in beweging ben is het snel warm genoeg.

Alweer zo een mooi paadje. Ik moest steeds aan Zuid Limburg denken. Bij de Heuvelland 4 daagse zijn die er ook en het is ook glooiend.

Hier was de boer aan het maaien. Erboven cirkelen buizerds, torenvalken en kraaien. Het leek wel of ze elkaar weg willen sturen. Dat spel van die vogels heb ik even staan bewonderen. Rustig zweven en dan plotseling een duik naar beneden. Zomaar een gratis luchtvoorstelling.?

Alleen de laatste km naar Figeac kennen een sterke daling. Een weg met haarspeldbochten en een daling van 10%. Rustig met kleine pasjes en achter over leunen.

Die laatste 3 km vielen me zwaar. Er stond al een bordje Figeac. Gaat het dan tussen de oren zitten? Ik was blij dat ik er was. De gite d’etappe Gua ligt pas dicht bij de 3e brug. Ik zeg dat ik mijn geplande afstand van 31 km voor morgen naar Cajarc wel erg ver vind en zomaar krijg ik vandaag al een Camino kadootje voor morgen. Hij kent nog een gite op 25 km en….er is plaats voor me. YES! Zo krijg ik terug weer vertrouwen….Het komt altijd goed.

Dag 10: Navarrete – Najera

‘We komen er wel overheen’, zegt Sjan als we Navarrete uitgelopen zijn. Ze doelt op de Alto de San Anton, die ik als altootje halverwege had aangekondigd. En inderdaad: na de koffiestop in Ventosa zijn we er in een paar stappen overheen.

Het is koud: de zon schijnt, maar het wordt niet warmer dan een graad of 10. We proberen nog een kleine pauze voor Najera, maar tegen de tijd dat we er zijn ben ik verkleumd. We zijn te vroeg voor de herberg, drinken koffie en schrijven ons in. Tijd voor de dagelijkse rituelen. En ik ga nu een warm vest kopen. Brrrr!

Leaving Navarrete
Monument voor een belgische peregrina…
…op een kerkje naast de romaanse poort
Wijnboer aan het werk

Naar Ventosa voor koffie
Rare Jacobus op de kunstroute van Ventosa
Kennen wij die vrouw in roodwit geblokte poncho??

Schuilhutje
Koude pelgrim

Dag 9: Viana – Navarette

Idioot vroeg naar bed gaan zorgt er ook voor dat we idioot vroeg wakker zijn. We bestelden geen ontbijt in de herberg, dus gaan op zoek naar een bar die op dit uur al open is. Niets, zo lijkt het. De bakker is wel open, en weet zelfs een bar die open is. Om met Mieke te spreken: caminocadeautje! We ontmoeten er 1 van de hospitaleros uit Roncesvalles die ook op pad is gegaan.

Daarna richting Logroño: we passeren de Navarra/Rioja grens, komen langs het stalletje van de dochter van Felisa, waar we een stempel krijgen en na de brug over de rivier even later voor de kathedraal van Logroño. In een cafe drinken we koffie en we houden een excursieuurtje. De dames gaan shoppen en Jan en ik maken nieuwe vrienden: een groepje gepensioneerden gaat elke week naar Engelse les om daarna samen koffie met churros in het cafe te nuttigen. Leuke mannen met leuke verhalen.

We moeten nog 12 km verder, naar Navarrete. De camino gaat lang door het park de Granjera. Bij het meer aan het eind daarvan is nog een leuke bar. Pauze, en dan die laatste zes… Middagkilometers voelen zo heel anders dan ochtendkilometers, maar we halen het natuurlijk wel. Straks weer eten…

Te vroeg…

Over de brug van Logroño

Leuke mannen en leuke vrouw
Ontmoeting met engelse pelgrim voor de kathedraal
Jan luncht even…
Navarrete komt dichterbij… langzaam…
De herberg van lang geleden

Ochtendmist

2 mei, 25 km, koud in de mist, later zonnig17 graden, Conques – Livinhac la Haut

Voor het eten komt een Benedictijner pater in de eetzaal en we zingen samen “Ultreia”. Natuurlijk bidden we ook voor het eten. Het Onze Vader. Dezelfde woorden, en hetzelfde ritme. Toch wel 80 mensen in de eetzaal. Hier in Conques beginnen veel Fransen hun korte Camino. Een paar dagen in het weekend of gecombineerd met feestdagen. Daardoor is het eind april/ begin mei druk.

Na het eten, ga ik naar de mis in de kathedraal, kippenvel….Er zijn 6 paters die de mis zingen. Het klinkt als een klok. De pelgrims maken een rondgang door de kerk, terwijl we ook zingen. Een fijne start van de dag.

Het is mistig en koud als we de deuren van het klooster uitgaan. De sfeer van het mooie stadje komt extra naar voren.

Ik daal nog verder tot aan de rivier de Dordou. Dit is op 240 meter, om daarna met 20% en grote stapstenen 2 km te stijgen naar 540 meter. 1 uur doe ik erover. Ik had me er op ingesteld en… kennelijk raak ik gewend. Voel me prima met stijgen en mijn conditie is inmiddels weer verder gestegen. Ik zie alleen de toren van een kapelletje.

Verrassing op 500 meter breekt de zon door. Wauh, wat mooi! Bezweet en wel genieten. Mijn brillenglazen zijn ervan aangeslagen en ik sta nog na te puffen.

Dan volgt een weg over een bergrug, glooiend, en kun je je voorstellen…..links van me een grote bak met mist. Verwondering, van al dit moois!

Jean Jacques en Pierre komen net uit zo een mistbank naar boven.

De mist trekt verder op en het is weer heel helder. De zon maakt de omgeving extra mooi. Toch wel een groot verschil met bewolkt weer.

Een korte koffiestop (en een stuk brood met banaan…) om 9.30 uur met een kleine omweg, zodat ik door kan lopen tot 12 uur. Ik heb er dan 15 km opzitten. De koeien achter me zijn heel nieuwsgierig en komen dichtbij. Gelukkig staan zij achter een hek….

Terwijl ik daar zit komen paarden voorbij. 2 met bagage en 2 met berijders. Zo op weg naar Conques denk ik.

De daling gaat heel geleidelijk tot aan La Combe. Er volgt een dalende weg met vele haarspeldbochten naar Decazeville. Dat ligt op 200 meter hoogte.

Mijn bestemming vandaag is Livinhac Le Haut. Hiervoor is weer een forse stijging van 150 meter. Een zeer modderig, nat en glad pad is het laatste stuk naar Livinhac. Net boven rivier de Lot. En ook vandaag heb ik nog genoeg energie over. Gelukkig niet meer zo uitgeput als van de week.

Zo kan ik morgen vast 28(!) Km. Ik ga het ervaren.

Dag 8: Los Arcos – Viana

Een vroeg ontbijt met zelfgebakken cake in de herberg en dan Los Arcos uit, op weg naar Sansol en Torres del Rio, waar we een eerste koffiestop houden. Er zijn weer veel pelgims onderweg, en het pad gaat weer aardig op en neer. Minder koolzaadvelden, steeds meer wijnvelden omringen ons.

Om 1 uur zijn we al in de herberg in Viana. Veel tijd dus om te rusten, te douchen, rond te lopen, pinxtos te eten en nog een stukje door het mooie centrum te lopen. ’s Avonds eten we in een restaurant dat ons wordt afgeraden door een frans stel: wij eten er goed en veel, vergezeld door een glas rioja. Het lopen maakt ons schijnbaar hongerig. En slaperig waarschijnlijk, want we liggen weer idioot vroeg in bed…

Mooie foto maakte Lilian van een klaproos

Daarboven is de koffie!
Even pauzeren
Logroño in de verte
Hond Sam doet het ook nog goed
Viana!
Herberg
Lekker veel stempels al

Rioja. Morgen lopen we er door

Dag 7: Villatuerta – Los Arcos

Het plan was om een kort dagje naar Villamayor de Monjardin te lopen, maar de bedden daar zijn allemaal gereserveerd. Toch maar 24 km naar Los Arcos dan. Zonder ontbijt de deur uit en na 4 km ontbijten we echt goed in Estella. Een stukje verder, in Ayegui, doen we boodschappen voor onderweg.

Daarna Irache: de wijnfontein van de bodega Irache. Een slok wijn en dan nemen we de korte route naar naar Los Arcos. Het is koud, maar prachtig helder weer en deze route is heerlijk rustig. Al vanaf de 1e dag dat we lopen wordt er elke dag regen voorspeld, maar ook vandaag blijft het droog. In de bar bij het zwembad in het dorp halverwege lunchen we.

Daarna moeten we nog 11 km door de bloeiende koolzaadvelden: we zien Allesandro met Sam, ontmoeten Tito en andere pelgrims die we inmiddels ‘kennen’.

Die laatste 3 naar Los Arcos zijn dan toch weer zwaar. Tijd om te douchen, te rusten, een glas wijn, te winkelen en te eten. We eten linzen in de herberg. Weer een dag voorbij. Een week onderweg en het begint te wennen…

Zonder ontbijt op weg
Debby in Estella
Wijn uit de kraan
Luxury breakfast in Estella
Prachtig weer
Bar met tulpen. Lilian vertelt de eigenaresse dat die tulpen veel te veel water hebben…

Welkome mobiele bar
Tito! Auteur van het nog te schrijven ‘camino for wimps’
Sam! Ook een favoriet van ons

Eindelijk: Los Arcos
Daniel tekent

Dag 6: Puente la Reina – Villatuerta

’s Avonds in Puente la Reina ontmoeten we in het restaurant de koreaan die we op dag 1 op weg naar Orisson tegenkwamen. Hij had geen bed in Orisson gereserveerd en moest toen ’s middags nog over de berg naar Roncesvalles. Hij vertelt ons die dag door een auto te zijn opgepikt en vervolgens naar Roncesvalles te zijn gebracht. Jan vraagt of hij bij ons komt zitten en hij blijkt een in Californië wonende Filipijn te zijn. Tito is zijn naam, net als het restaurant waar we op dat moment zitten. We kijken uit naar zijn boek ’the camino for wimps’ dat ie over z’n tocht wil schrijven.

18 km hoeven we maar de volgende dag, naar Villatuerta. In de boekjes lijkt dit een vlakke dag, maar we klimmen toch best een stuk naar Mañeru. Als we omkijken zien we heel in de verte de windmolens waar we gisteren nog naast stonden. In Cirauqui hebben we de eerste 100 km van deze camino erop zitten: croissantjes en koffie van de bakker aldaar.

We lopen naar Lorca, waar we lunchen, en vanaf daar is het nog maar een klein stukje naar Villatuerta, het einddoel van vandaag. We zijn er al rond 1 uur. Lekker: veel tijd om te rusten en rond te hangen. We eten paella in de herberg en dan is het weer pelgrimsbedtijd.

Rugzakken in de ochtend
De puente in Puente la Reina
Nog eens de puente
Sjan fotografeert Maneru in het ochtendlicht
Pauze in Maneru
Bijna in Cirauqui
Alles groeit en bloeit
Pauze in Cirauqui