27 september, 23 km, bewolkt, 24 graden van Airexe naar Melide
Vandaag vooral paden door de bossen. Steeds glooiend en dat door het mooie Galicië. We gaan van Airexe naar Palas de Rei en van Palas de Rei naar Melide.
Zelf begin ik vanaf Palas de Rei en dat is 15 km. Vanmorgen hoorden we van de taxi chauffeur dat er in Palas de Rei wel 2000 pelgrims kunnen slapen. Bij vertrek uit Palas de Rei zijn de meeste pelgrims al onderweg. Voor ons dan ook heerlijk rustig. In de kerk treffen we een groep scholieren, die voor vertrek naar de mis gaan.
Door de mooie omgeving gaan de km’s onder onze voeten. Hier en daar heb je doorkijkjes, bv bij deze horreo, waar je een andere horreo doorheen ziet. Horreo’s zijn opslagplaatsen voor o.a. mais om het te laten drogen. Door de grote stenen eronder kunnen de muizen er niet in klimmen.
Bij Lobreiro zien we dit mooie kerkje en we passeren een brug over Rio Seco. Vlak voor Melide is de heide nog in bloei. Samen met een soort brem een kleurrijk schouwspel.
Daarna komen we bij Furelos. Ik weet nog van de eerste keer dat ik dacht dat ik er al was. Dan is het echt nog 2 km. Die kunnen er vandaag nog makkelijk bij.
We slapen in de prachtige herberg San Anton in Melide. Er is een bar bij en een tuin met overkapping. Fijn want er vallen een paar druppeltjes.
Nog ongeveer 60 km te gaan naar Santiago. Naar Salceda, Lavacolla en tenslotte Santiago.
26 september, 20 km, eerst mist later halfbewolkt dan Vilacha, langs Portomarin naar Airexe
Casa Bandera is een fijn verblijf in alle rust. Het verkeer is ver weg, alle pelgrims zijn een stukje verder in Portomarin, de was wordt gedaan en er wordt voor ons gekookt. We zitten aan tafel met mensen uit Duitsland, Singapore en de US.
We dalen eerst naar Portomarin en beginnen dan aan de bijna voortdurende stijging van 330 naar 720 meter. Aan het begin vooral pittig. Later geleidelijk met stevige klimmetjes ertussen.
Bij de afdaling naar Portomarin heb je de keuze over de weg of via een sterke dalend smal stuk, met gladde stenen. Omdat het mistig is kiezen we de weg.
Weldra zien we Portomarin en het stuwmeer Embalse de Belesar. In 1962 werd de Miño ingedamd om het stuwmeer van Belesar te vormen. Zo werd de oorspronkelijke gemeente Portomarín onder water gezet. Heel wat waardevolle historische gebouwen werden zorgvuldig afgebroken en werden in het naburige Monte do Cristo steen voor steen weer opgetrokken. Het bekendste voorbeeld is de romaanse kerk San Nicolás waarvan elke steen genummerd werd. Op veel stenen kan het nummer nog afgelezen worden. Als het waterniveau van het stuwmeer laag staat, kunnen overblijfselen van oude gebouwen nog gezien worden. Het water staat laag en zo kunnen we de oude brug zien en gedeelten van de oude stad.
Omdat we geen boodschappen hoeven te doen, gaan we onder Portomarin langs en pakken de route weer op. Net als gisteren is het erg druk. We zien jongelui die met school op pad zijn, een grote groep Belgen en vele nationaliteiten. De eerste klim is over een bospad. Erg mooi is de mist die de diverse bergtoppen kleurt in allerlei grijstinten.
Na de pauze bij de bekende bar in Gonzar klimmen we naar Castromaior. De Castro van Castromaior is een van de belangrijkste. archeologische vindplaatsen van het schiereiland Noordwest. Het is ontstaan in de ijzertijd en werd bewoond vanaf de 4e eeuw voor Christus tot de 1e eeuw na Christus. Tussen 2006 en 2010 is er aan gewerkt om het weer zichtbaar te maken. Het ligt op enkele meters van de Camino en zeker de moeite even te gaan kijken.
Intussen lopen Marijke en Monica over de route van de Camino. We zien hen vanuit de hoogte.
We komen ook langs het kerkje van Ventas de Naron, waar een blinde man al jaren een stempel zet in de pelgrimspaspoorten. Je begeleidt dan de hand, zodat hij weet waar hij de stempel moet zetten. We krijgen er ook een kaartje met de beeltenis van het kerkje.
Op ons camino pad komen we ook langs het oudste wegkruis van Spanje dat je bij Ligonde kunt vinden.
Daarna is het nog een klein stukje. Even over een smal pad met hoge stapstenen en dan gaan we naar Cafe Mariluz voor ons etappe drankje.
Deze heerlijke wandeldag zit erop. We logeren in pension Eirexe in het dorpje Airexe ongeveer 8 km voor Palas de Rei.
25 september, 20 km, zonnig 25 graden, van Sarria naar Vilacha (vlak voor Portomarin)
Gisteren was het plan naar de mis te gaan van 19 uur in het kerkje El Salvador, vlakbij onze herberg Don Alvaro. Het stond op de kerkdeur en ook de man van de herberg had het gezegd. Wij wachten keurig voor de deur. Ook na 19 uur ging de deur niet open. Zo gingen we vroeger dan gedacht naar het restaurant. Omdat het reuze druk was in Sarria, kwam dat wel goed uit.😉 Tegenover de kerk vonden we een groot bord met Sarria.
Sarria betekent ook……nog iets meer dan 100 km te gaan. Santiago……we komen er aan. Op onderstaande kaart zie je waar we ongeveer zijn.
De route van vandaag is eerst vooral stijgen en daarna ook dalen. Op dit hoogte overzicht lijkt het aan het eind alleen maar dalen. Nou, dat is niet zo in Galicië. We hebben steeds, stijgingen en dalingen. Het voelt als alles wat we dalen, gaan we ook weer omhoog.
Het is vandaag zeer druk. Even schakelen na de rustige etappe van Samos en ook daarvoor, waar we gezellige drukte hebben ervaren. Geen idee hoeveel mensen vandaag onderweg zijn. We horen dat Portomarin helemaal vol is. Vanaf Sarria is het eerste deel vooral stijgend door bossen en met prachtige vergezichten. Als de zon erbij komt, glinstert het nog natte gras.
We hebben de tijd en hebben ongeveer elke 5 km pauze. Waarom niet met dat heerlijke weer. Zo rusten we in Barbadelo, Peruscallo, Casa Morgade en Mercadoiro. Intussen glijden de km’s onder onze voeten.
Bijna ongemerkt passeren we de “100 km” paal. Een beetje verder dan verwacht. Ik denk dat men de paal heeft verplaatst. Eerst zien we 99.930 meter, iets daarvoor vinden we de 100 km paal. Helemaal beschreven. De 100 km tekst is hier geen plaatje, maar in de stenen gegraveerd.
Het laatste deel van de etappe dalen we echt af naar Vilacha. We hebben zicht op Portomarin, dat ligt nog lager.
Hier op de camino français zijn er meer winkeltjes met souvenirs. Wij troffen ook een mevrouw die haar eigen vijgen langs de weg verkoopt. En….we kregen er een gratis en ook nog walnoten.
We overnachten in Casa Banderas in Vilacha. Wat een heerlijke plek. Er wordt voor ons gekookt, we zijn hier met ongeveer 10 pelgrims. Een tuin, een overdekt terras, zo genieten we van ons verdiende etappe drankje. We voelen ons verwend…..
24 september, 15 km, zonnig 12-25 graden, van Samos naar Sarria
Een bijzonder mooie etappe over Samos. Op onderstaande kaart vanaf Triacastela naar het zuidwesten en vanaf Samos vooral naar het noorden om bij Aguiada weer aan te sluiten op de directe route van Triacastela naar Sarria. Het is 7 km verder, maar zeker de overweging waard.
Bij het verlaten van Samos vinden we een pelgrim, die al heel lang wacht om verder te kunnen gaan. Wij gaan ervoor. Op deze nog frisse zondagochtend. Het is nog maar 12 graden als we om 8.30 uur vertrekken.
De km palen wijzen ons de weg. Na vandaag nog ongeveer 115 km te gaan voor we in Santiago zijn. We gaan vooral door het bos over de holle wegen, we klimmen en dalen. Het is veel stijgen en dalen, we voelen het wel.
Als je dan boven komt is het even uithijgen, even van de omgeving genieten en gewoon weer verder gaan.
Intussen komt de zon over de horizon en de nog gouden kleuren, kleuren het landschap. Zelfs het water in Rio Oribio kleurt goud.
We hebben een verrassing vandaag. Een niet verwachte koffie stop. Bij een boerderij waar de muren versierd zijn met allerlei dakpannen. Dat was op ongeveer 8 km na Samos. Een fijne plek, de houtkachel brandde voor ons.
Vlak voor Sarria vinden we ook een verrassende stop, bij een glamping. Pas in 2022 gestart en ook voor de pelgrims. Wij vinden het een hele relaxte plek en blijven er even. De afstand is vandaag maar 15 km. We nemen het ervan.
Sarria zie je al van verre liggen. Het ligt op een heuvel en vanaf Rio Sarria worden de pelgrims over een lange trap geleid, we schatten wel 50 treden. Met deze temperatuur goed te doen. Wij kunnen dat.
Wat gezegd wordt is dat het zo druk kan zijn vanaf Sarria. We horen dat alles dit weekend vol zit, ook in Portomarin. Dat gaan we morgen ervaren. We gaan naar Vilache nog 2,5 km voor Portomarin. Misschien zijn de meesten al weg als wij vertrekken………
23 september, 20 km, van Fonfria naar Samos, zeer zonnig 20 graden
Vandaag hebben we een jarige in ons midden. Monica viert haar verjaardag hier met ons in Spanje. Van harte gefeliciteerd Monica.
Wat is onze herberg Reboleira in Fonfria een feestje om te mogen zijn. Zeer gastvrij, vriendelijk en voor alle pelgrims tegelijkertijd een heerlijke maaltijd. We waren gisteren met ongeveer 35 pelgrims. Echt gezellig met zijn allen aan 1 tafel.
Vanmorgen was het nog donker toen we gingen ontbijten. Het is ongeveer om 8 uur licht. Een blauwe lucht was het kado van deze morgen. Wel fris, maar wat ziet het er mooi uit in de heuvels van Galicië.
We starten met de daling naar Triacastela. Van ongeveer 1300 meter naar 670 meter.
De daling naar Triacastela is vooral open met uitzicht naar beide zijden. De zon vooral in de rug, we lopen ongeveer van oost naar west.
Vlak voor Triacastela is het meer bos. Bij Ramil zien we de meest gefotografeerde boom van de Camino van wel 8 meter doorsnede.
In Triacastela hebben we even pauze bij restaurant Xacobeo. Een broodje met gebakken ei mee voor de lunch en we gaan weer op pad. Na Triacastela kiezen we linksaf (goed opletten), dat is naar Samos ipv naar Sarria.
De route van Triacastela is vooral door de bossen en we passeren veel dorpjes zoals San Cristobo, en Lastires. Op het hoogte profiel lijkt het vlak. Dat is niet zo. Het gaat steeds omhoog en omlaag. Een erg mooi pad langs Rio Oribio.
Na 20 km zien we bij de laatste daling het klooster liggen.
We slapen in herberg Val de Samos. Niet ver van het klooster. Samos heeft een paar cafeetjes. We kiezen er een in de zon voor ons etappe drankje.
In de avond hebben we een rondleiding in het klooster. Ontstaan en in de 6e eeuw. Vroeger theologisch centrum, later een Benedictijnen klooster. Het grootste klooster van Spanje. We zien prachtige muurschilderingen. Een bijzondere afsluiting van de dag.
22 september, 22 km, zwaar bewolkt af en toe een beetje regen, van Herrerias via O’Cebreiro naar Fonfria
De mooiste etappe tot nu toe? Laten we zeggen zeker een van de mooiste. We gaan O’Cebreiro passeren en dat met een stijging van 705 meter naar 1300 meter. In onderstaand overzicht zijn de eerste 4 en de laatste 4 niet inbegrepen.
De stijging is fors. Vergeleken met de Camino Duro vanaf Villafranca zelfs nog zwaarder. Het eerste deel over een bospad met veel ongelijke stenen. Goed opletten. In de nacht had het ook geregend en hier en daar was het glad.
Daarna komt de stijging naar O’Cebreiro. Een bergpad met aan allebei de zijden uitzicht. Als er af en toe een zonnestraal door de wolken komt, zijn berglandschappen goed te zien. We genieten er volop van.
Hier en daar zijn velden vol met de herfst krokussen te zien. Licht paars, kleurt het landschap extra
Eigenlijk is het niet te beschrijven. Wij lopen daar, geen auto’s te horen, een pad speciaal voor de pelgrims. Onze benen en voeten die het zomaar voor ons doen. We voelen ons dankbaar voor al dat moois op onze Camino.
Vlak voor O’Cebreiro komen we in Galicië aan. De provincie Castilla y Leon hebben we verlaten. Precies op de grens is dit monument te vinden.
Niet ver daarna zijn we in O’Cebreiro. Bekend door de rieten daken en de het wonder dat vroeger heeft plaatsgevonden.
Legende van O’Cebreiro:
Een boer zou ondanks een storm de berg hebben beklommen – O Cebrei ro ligt op 1300 meter hoogte
Een aan God twijfelende monnik verweet de man dat hij dom was geweest om zo’n risico te nemen voor een simpele hostie. Op dat moment veranderde de hostie in vlees en de wijn in bloed. De katholieke kerk heeft het hostie wonder erkend en tegenwoordig worden de graal en de pateen in de rechterapsis van de Iglesia de Santa María bewaard.
Als je denkt dat je de hoogtes na O’Cebreiro hebt gehad……? Nee hoor, het blijft stijgen en dalen. Zo komen we op de Alto San Roque met het pelgrimsmonument op 1270 meter.
En ook de stijging naar Alto do Poio is niet niets. We ontmoeten een Duits echtpaar, Johanna en Heinrich, die hadden gelezen dat deze stijging, echt de moeilijkste is. Als je nog twijfelt of je het kunt, mag je die twijfel nu laten gaan.
We overnachten in de sfeervolle herberg Reboleira in Fonfria. Speciaal voor ons hebben ze de achterste slaapzaal vrij gehouden. We zijn er erg blij mee. Het etappe drankje smaakt ons prima.
Tot slot een hele mooie tekst gevonden in de kerk van O’Cebreiro. A Pilgrim’s prayer.
21 september, 20 km van Villafranca naar Herrerias, zwaar bewolkt, een paar kleine buien, verder droog 16 graden
Wat een fantastisch verblijf in Villafranca del Bierzo bij Vina Femita. Na een grote brand weer helemaal opnieuw begonnen en sinds 2022 weer geopend. Met een pelgrimsmenu van goede kwaliteit en allemaal losse eenpersoons bedden op slaapzalen van 10 personen. We hadden de kamer dan ook met 3 anderen te delen. Dat hoort er ook bij. Zeker aan te bevelen! Na een goed ontbijt gaan we op pad.
Direct na Villafranca heb je de keuze: over een alternatieve route, de Camino Duro genaamd of langs de weg. Enthousiast als ik was, kozen 4 van ons ervoor om over de bergen te gaan. Op het kaartje de groene route, meteen na de brug rechts omhoog.
Zo gaan Marijke, Irene, Annemiek en Bertine op pad.
Een zware route die veel bewondering krijgt als je die hebt gekozen. Op onderstaande hoogteprofiels zie je het verschil. Meteen fors omhoog of zoals wij, Marijke, Monica en ik alleen geleidelijk omhoog.
Reacties: fantastisch, dit hadden we zeker niet willen missen en ook: met een goede conditie goed te doen. Hieronder wat foto’s van deze Camino Duro.
Lady’s: top dat jullie dit hebben kunnen doen. Zelfs met een nieuwe heup is het gelukt. Ik ben trots op jullie!
Intussen liepen we langs de weg en de gezellige dorpjes omhoog. Voor ons ook een grote uitdaging. 20 km vals plat stijgen is ook niet niets. In het dal langs de rivier, de Rio Valcarce ligt een snelweg, de A6, een gewone weg, de N6 en voor ons wandelaars een pad langs de weg, veilig achter de vangrails of een landweg. We zien dan ook vele viaducten hoog boven ons.
We vieren in het cafe van onze herberg dat we het allemaal maar hebben gedaan. We overnachten in albergue Casa Lixa in Herrerias.
20 september, 25 km meest bewolkt en droog 20 graden, van Ponferrada naar Villafranca
Vandaag komen we in een wijngebied “de Bierzo” en dat betekent in een glooiend landschap.
Tegenover het kasteel is een zeer goed ontbijt cafe te vinden. Dat ligt op de route van ons hostel Guiana. Na het ontbijt gaan Monica en ik met de bus naar Camponaraya, de anderen gaan welgemoed op pad. Na Camponaraya gaan we met zijn allen verder.
Langs de rand van Ponferrada lopen we de stad uit.
Vanaf Camponaraya gaan we naar Cacabelos. Veel kerkjes zijn open en we krijgen er een stempel. Vrijwilligers ontvangen er de pelgrims.
Na de snelweg (A6) is de Camino een mooi pad langs de druivenranken. Hier en daar wordt geoogst. We zien ook druiven hangen, die nog wel erg klein zijn. Onderweg is een stalletje, waar wat souvenirs te koop zijn
Na Cacabelos lopen we een heel eind stijgend langs de weg. Op het hoogteprofiel tussen de 17 en 20 km zie je dat we 100 meter stijgen. Iets meer dan vals plat. Het komt natuurlijk ook dat we langs de weg lopen, die km’s voelen zwaar. Naar Villafranca kiezen we voor de glooiende route door de wijngaarden. Vanaf dat moment is het weer genieten. We stijgen en dalen en gaan weer opnieuw omhoog. Hier en daar kleuren de druivenbladeren rood. De herfst komt eraan. Doordat de zon zich even wat meer laat zien, zijn de heuvels een lust voor het oog.
Een van de meest bekende plekken, en meest gefotografeerde huis, is het witte huis op de heuvel vlak voor Villafranca. Dat doen wij dan ook maar.
Net als je denkt, waar blijft Villafranca, komt het achter de laatste heuvel te voorschijn.
We overnachten in de vernieuwde herberg, Vina Femita. Daar op weg naar toe vinden we bij het kasteel een cafe voor ons etappe.
19 september, zonnig, 12-23 graden, van El Acebo naar Ponferrada
Na de zware daling naar El Acebo, staat er vandaag een 2e zware daling naar Molinaseca op het programma. Van 1100 meter naar 600 meter en dat door een schitterend natuurgebied.
Vanaf onze herberg La Casa del Peregrino kun je bij goed weer de zonsondergang zien. Je kunt daarvandaan helemaal naar het dal kijken. Ponferrada is in zicht.
In dat zelfde dal was vanmorgen een deken van mist te zien, die nog door de zon werd opgelost. Opnieuw een moment om even stil van te worden. Wij zijn klaar voor vertrek.
De afdaling naar Molinaseca is spectaculair. Niet alleen wat betreft het natuurschoon, ook door de ongelijke stenen, waar we zeer geconcentreerd moesten afdalen. Het vraagt zoveel focus, dat we vanzelf bij onze wandeling zijn en we het gevoel hebben helemaal ontspannen te raken. Ontspanning door inspanning, zeg maar.
Mooi is het zeker ook. Als we even om ons heen kunnen kijken, zien we de beboste hellingen.
Vanaf Molinaseca gaan we naar Ponferrada. Eerst langs de grote weg, later over een boerenweg met uitzicht op de eerste wijngaarden. We krijgen een trosje heerlijk zoete druiven aangeboden. Mmmmm.
Voor Ponferrada is het goed opletten. Bijna als vanzelf wordt je rechtdoor gestuurd en dan ga je langs de grote weg naar Ponferrada. Langs de rand is echt veel mooier. Ponferrada is bekend om het mooie kasteel. Daar nemen we ons etappe drankje.
We overnachten is albergue Guiana, dichtbij het centrum en de algemene herberg.
18 september, 17 km, zwaar bewolkt, droog 13 graden, van Rabanal naar El Acebo
Op dit moment is Simone gestart vanaf Leon en zij schrijft ook dagelijks een verslagje van de wandeling. We willen haar Buen Camino wensen en een fijne camino. De verslagen zijn afwisselend van Simone en van mij.
De wandeldag naar El Acebo is de start van de heuvels en het hoogtepunt Cruz de Ferro.
Vandaag gingen we al om 8.30 uur op pad. Het was net licht, een streepje zon zorgt voor een mooie start. De stijging naar Foncebadon is van 1055 naar 1400 meter en dat in iets meer dan 5 km.
Op weg naar Cruz de Ferro komt er mist en/of laaghangende bewolking opzetten. Cruz de Ferro is de plaats waar pelgrims steentjes achterlaten met een herinnering aan een geliefde. Een enorme berg stenen en boven op de stenen een grote paal met bovenop een kruis.
Vanaf Cruz de Ferro gaan we nog eens naar een ander hoogpunt, de Alto Altar op 1515 meter hoogte. We genieten enorm van alle stappen die we zetten. Er was ook twijfel….kan ik dat wel? Ik heb nog nooit zoveel geklommen. Al lopend ontstaat het vertrouwen: we kunnen het. Nog niet aan morgen denken, het gaat over de eerste stap. Met al die eerste stappen kom je toch een heel eind.
De daling naar El Acebo staat als moeilijk in het boekje. Van 1515 naar ongeveer 1000 meter in een km of 3 valt ook niet mee. Zeker als het nog eens over een groot kiezelpad is of leistenen. We boffen met het droge weer. In de regen is het een ander verhaal en zul je kiezen om over de weg te gaan.
Daar in de verte ligt Acebo. Eerst nog niet te zien. Op de bergpaden zien we alleen af en toe een glimp van een dorp. Als we allemaal beneden zijn, wordt het gevierd. Wielrenners hadden muziek aan, er wordt zelfs gedanst. Het voelt als een overwinning, dat we deze daling hebben kunnen doen.
We slapen in La Casa del Peregrino aan het einde van Acebo. Een luxe hotel met een aparte pelgrimsafdeling. Wat denk je van een kaartje leggen in de zon, chips en drankje erbij. Wat wil een pelgrim nog meer? Het leven van een pelgrim is best zwaar…..😉
Spreuk van de dag …..Keep going, every step counts……
17 september, 21 km, eerst droog later buien, van Astorga naar Rabanal
Het was een bijzondere ervaring om in herberg San Javier te slapen. Met ongeveer 25 personen op een zolder met een krakende vloer en trap. En ja, veel pelgrims gaan vroeg weg, dat betekent dat de meesten van ons wel om 6 uur wakker waren. En ik? Met mijn oordoppen in, heb ik best goed geslapen……
Vandaag gaan we stijgen van 900, dat is de hoogte van Astorga, naar 1130 meter, Rabanal. Een heel geleidelijke stijging met alleen vlak voor Rabanal wat meer dan vals plat.
Net na Astorga komen we langs een heel sfeervol kerkje. Hier worden we ontvangen door een vrijwilliger. De eerste stop hebben we in Murias de Rechivaldo. We treffen vandaag veel pelgrims die net als wij in Astorga hebben geslapen.
De Camino volgt vooral de weg langs de dorpen Murias de Rechivaldo, Santa Catalina de Somoza en El Ganso. Er is goed voor de pelgrims gezorgd met een apart voetpad. De uitzichten zijn…. genieten van elke stap en als we terugkijken zien we zeker dat we stap voor stap stijgen.
Vlak voor El Ganzo wordt de lucht wel erg donker. Zou het dan toch gaan regenen? Er vallen enkele druppels. De meesten kunnen nog net droog bij het winkeltje/bar van El Ganso komen. Wat een warm welkom! Ik kom er al jaren en ze kennen me nog. Tijd voor bv yoghurt met muesli of een vers broodje met tomaat en kaas.
Net voor Rabanal buigt de Camino van de weg af. Over grote natte stapstenen is het even flink klimmen.
We overnachten in herberg La Senda precies aan het begin van het dorp. Vandaag, zondag, is er een speciale mis met gregoriaanse gezangen. Voor wie wil, we gaan het ervaren. Deze mooie tekst wil ik graag met jullie delen….maar als je ver genoeg reist, kom je uiteindelijk jezelf tegen en je zegt allemaal…ja.
We kijken terug op een fantastisch verblijf bij Martin en Merel van albergue Villares de Orbigo. Ruim, rustig, zeer schoon en een heerlijke maaltijd. Deze morgen hebben we zelfs buiten ontbeten. Onze dag begint zo heel goed!
Direct na Villares de Orbigo begint een prachtig natuurgebied. Glooiend met steeds opnieuw mooie vergezichten. Toen ik er aankwam regende het. Het was er of “ik in de wolken was”. Dat ben ik wel…..zeker als ik met de wandelaars onderweg ben😉😉 en in staat blijk me aan te passen.
Ik heb de afstand voor mezelf aangepast. Martin heeft me 8 km verder weggebracht en ik ben de anderen tegemoet gelopen. Voor mij de mogelijkheid te kijken:wat kan wel? Vlak voor de improvisorische bar “Cantina la Casa de los Dios” zijn we weer bij elkaar. Een fijne plek op ongeveer 8 km na het vertrek. Na 2 uur lopen ben je daar. De nieuwe eigenaar zorgt goed voor ons. Fruit, koffie, thee, koekjes. Een plek om even uit te rusten en te ervaren wat vrijheid is.
Op deze hoogte zien we na een stukje lopen Astorga in een kommetje liggen. Het lijkt dan dichtbij, het is daarvandaan toch nog 5 km. Dat is bij het grote kruis:”Cruceiro de Santo Toribio”
Via een steil pad gaan we naar beneden. Door het dorp San Justo de la Vega en Astorga komt steeds dichterbij. We boffen zo met het weer. Vandaag was voor heel Spanje veel regen voorspeld, tot we in Astorga zijn houden wij het droog. Om een spoorweg over te steken hebben ze een ingenieus systeem bedacht, om zigzag naar de overkant te kunnen.
Astorga is bekend door de kathedraal St. Marta en het bisschoppelijk paleis; Palacio Episcopal van Gaudi.
Morgen gaan we beginnen aan de klim van 900 meter naar Rabanal op 1155 meter. We zien ernaar uit en vinden het ook spannend. Gaat het ons lukken?…….. .
15 september, 18 km, 23 graden licht bewolkt van Villar de Mazarife naar Villares de Orbigo
Net na 8 uur komt de zon op. Vanaf de herberg Tio Pepe kijken we zo op de kerk.
Wij gaan om 8 uur ontbijten. Om 6 uur was er al gerommel in de herberg. De meesten gaan vroeg weg en gaan voor meer dan 30 km naar Astorga. Wij delen het in 2-en en gaan net voorbij Hospital de Orbigo. Op het plein voor de kerk is deze Jacobus geduldig.
Onderweg valt het bijna niet op. We dalen maar het is zo weinig, dat je het niet merkt. Het doet me echt aan de Meseta denken. Oneindige vlakten. Velden met zonnebloemen, wijdsheid. We ervaren een geluksmoment. Overal om ons heen, voor ons achter ons en naast ons wolken, waar van die donkere strepen uit komen. Regent het daar? We denken van wel. Dan toch komt het onze kant uit. Even wat sneller lopen of de regenjas aan. Tja? Keuzes. Het was echt niet nodig, voor 4 spetters. Dat wisten we niet
In Villavente hebben we even pauze. We hadden er 10 km opzitten. Het is bijzonder rustig onderweg. We horen dat er op dit moment weinig pelgrims onderweg zijn. We lopen door naar Hospital de Orbigo. Onderweg zien we een pijl van wel 2 meter lengte. De steentjes zijn er verzameld door de pelgrims.
De Puente de Orbigo is een hele lange oude brug. Een van de markerende plekken van de Camino. Net voor de brug, in het straatje ervoor is een prima pauze plek met heerlijke tuin.
In Villares de Orbigo worden we zeer gastvrij ontvangen door Merel en Martin van de albergue Villares de Orbigo. We worden uitgenodigd om mee te gaan kijken in de kerk. Manolo geeft een rondleiding. Daarna gaan we kijken in de hal met heel veel paprika’s. Morgen is er feest en worden alle bewoners en gasten verwend met de soep.
Tot slot voor vandaag deze tekst die we in Villavente zagen
De Camino is als het leven, het geeft goede en slechte ervaringen, maar je moet altijd doorgaan.
14 september, 25 graden, 22 km van Leon naar Mazarife
We hebben overnacht in Globetrotter hostel, een prima plek naast de kathedraal waar we ook nog om 22.30 uur binnen konden. Ze hadden speciaal op ons gewacht.
Als eerste gaan we toch even de kathedraal binnen. Een belevenis door het zonlicht dat door de glas in lood ramen naar binnen komt. Zeker de moeite waard er rond te kijken.
We wachten ook tot de winkels open zijn. Mijn standaard pelgrimslunch bestaat uit een stukje brood, bananen, kaasjes en aquarius. En dan gaan we echt op pad. Voor mij en Monica het eerste stuk met de bus naar Virgen del Camino. Wij gaan kijken wat wel kan. Monica net hersteld van een voetblessure en voor mij helaas nog aan het opknappen na een longembolie. We verwachten max 15 km te kunnen gaan. Wat gebeurt er? Marijke, Irene, Bertine en Annemiek gaan samen lopend de stad uit voor de volle 22 km. Spannend want we hebben ook een keuzemogelijkheid.
Wij nemen de alternatieve route naar Villar de Mazarife.
Vlak voor de splitsing is aan de rechterkant een zeer moderne kerk, met prachtige beelden. Daar is een pastoor waar we persoonlijk een stempel van krijgen.
Na de stad komen we uit op een hoogvlakte, Paramo genaamd met als top Alto Cruceiro op 910 meter. Leon zelf ligt op ruim 800 meter hoogte, zoveel is die stijging niet en het geeft een mooi uitzicht op de stad Leon. Hier voelt het nog wel een beetje als meseta. Bijna vlak, graanvelden of omgeploegde akkers. Het heeft een beetje geregend, dat kleurt de aarde bijna rood.Mooi om te zien. Hier en daar afgewisseld met wat bomen. Vooral de strak blauwe lucht geeft dat mooie contrast.
Met de temperatuur van 25 graden goed te doen. Alleen de laatste 4 km vanaf Chozas de Abajo lopen we weer langs de weg. Deze lijkt eindeloos en dan is er plotseling na een bocht toch het dorp Villar de Mazarife. Hier verblijven we in de laatste herberg, Tio Pepe. Wat heerlijk om daar samen ons etappe drankje te nuttigen in de patio van de herberg.
Morgen gaan we starten vanaf Leon. Eind september verwachten we in Santiago aan te komen. We gaan naar het westen. Vanaf O Cebreiro komen we in Galicië. Onze Camino sluiten we af met een wandeling van Cee naar Finistere.
We hebben er zin in. Gaan we voor de reis of de bestemming? Of voor het gezelschap? Voor nu kiezen we elkaars gezelschap.
We zijn: Mieke, Bertine, Marijke, Marijke, Monica, Irene en Annemieke
Te warm voor een wandeling? Misschien. Maar het heeft ook echt wel wat. Vroeger dan gewoonlijk vertrekken en afgezien van het middelste deel loop je helemaal in de bossen.
Het is een NS wandeling van Dieren naar Velp over de Veluwe zoom. Eerst na je naar landgoed Hof te Dieren en dan ben je al snel in het Nationale Park de Veluwezoom. Het deel door de Onzalige Bossen is echt klimmen en dalen, zoals je op het hoogteprofiel kunt zien. We zien de eerste paddestoelen en doordat het eerst heel mistig was de miststralen door de bomen. Ben jna met het blote oog niet te zien, mijn camera registreert ze.
We gaan daarna naar de Posbank, met het prachtige uitzicht over de heidevelden. De Posbank heeft zijn naam te danken aan de heer Pos. In 1918 is een stenen bank geplaatst en ter ere van Hr. Pos. De heide is bijna uitgebloeid. Hier en daar zie je nog wat paars door de bruine heide. In elk seizoen mooi. De glooiende velden met een wandelpad erdoor. Op deze zaterdag is het er gezellig druk. Meer fietsers dan wandelaars, op onze paden is het rustig. We zijn op pad met Elly, Leo, Geerte en Ingrid.
Na de heidevelden komen we weer in de koele bossen en door landgoed Beekhuizen en de Beekhuizerbeek.
We gaan met de trein terug van Velp naar Dieren. Deze prachtige wandeling sluiten we af met een etappe drankje bij het restaurant van de Posbank.
28 augustus, 15 km, bewolkt en wat motregen 20 graden van Lires naar Muxia
En dan zit het er echt op. Na Finistere zijn we ook bij onze geplande eindbestemming Muxia aangekomen. 130 km verder, onze voeten hebben ons zover gebracht.
Met nog een berg te gaan, vertrokken we deze ochtend. Zien we er tegenop? Ik merk dat we allemaal zoiets hebben……dat kunnen we. Het heeft geen zin om ertegen op te zien. De heuvels zijn altijd anders dan we denken. Met 130 km, misschien wel 200.000 stappen, in de benen, zal dit ons ook lukken.
Het is 200 meter stijgen in 8 km, dat is ongeveer 4% en heel wat anders dan de 10% die we hier en daar hadden. Iets meer dan vals plat zeg maar.
De Camino van vandaag gaat vooral door de bossen. Door de lichte regen ruikt het bijzonder lekker. Geuren van eucalyptus komen ons tegemoet. Veel pelgrims lopen dit deel van Muxia naar Finistere en we komen dan ook veel pelgrims tegemoet. Echt niet druk, meer gezellig om anderen te ontmoeten. De wegen zijn goed begaanbaar. Wel is het pad vol met boomwortels. Beter dan een flink aantal jaren geleden, toen we over deze stapstenen moesten.
Ongeveer op de helft van onze etappe is in het dorpje Morquintan een nieuwe bar. We boffen hiermee, precies op dit moment is de lichte motregen een flinke bui. Jacobus zorgt goed voor ons 😉
Daarna stijgen we verder tot 270 meter. Bijna op de top van Monte Lourido. Hier op deze hoogte komen we bij de windmolens.
De afdaling naar Praia Lourido valt mee. Als we de zee weer zien, zijn we enthousiast. We voelen dat het eindpunt van onze camino nadert.
Wauh, we hebben het gedaan. Onze Camino van Santiago naar Finistere en Muxia. Als afsluiting na een andere Camino, de eerste kennismaking met een camino of als afsluiting van een bijzonder moment. Voor ieder een mijlpaal, ervaren dat je het nog kunt, ervaren dat je zover bent dat je het kunt. Trots op onszelf, vol vertrouwen de toekomst in. Wetend….elke reis begint met een eerste stap. Dat etappe drankje is nu een proost op het leven, op alle stappen die we nog gaan zetten. We nemen dan ook graag onze “Muxiana” aan, het document dat de route van Finistere naar Muxia is bewandeld.
Muxia ligt helemaal omgeven door de zee. In de avond gaan we naar het kerkje, de 0,0 paal en het monument ter herinnering aan de olietanker die hier voor de kust is gestrand. Als je helemaal omhoog klimt kun je zien dat Muxia een kleurrijk stadje is en omgeven door de zee.
Wat hebben we een mooie Camino ervaren. Dank ook aan de lezers van dit blog. Zo kunnen jullie ook een beetje met onze camino meewandelen.
Nogmaals van harte gefeliciteerd voor Nynke, Johanna, Fredy, Elly, Alie, Eveline en Silvia. Alle stappen gezet.
Tot slot een gedichtje van Ricky Rieter
Vanaf hier zal ik terugkeren naar het gewone leven van alle dag, niet gewoon meer na al wat ik ervaren heb en als rijkdom opgeslagen in de weg, die ik zelf ben.
27 augustus, 15 km, zonnig van Finistere naar Lires
Op weg naar Muxia ga je van Finistere naar het noorden. Een nieuw avontuur.
Is het hier in Galicië ook wel eens vlak? Misschien zou je dat denken. Het is niet zo. Op bovenstaande kaart zie je ook dat er langs de kust heuvels zijn.
Eerst zien we de zee ten oosten van Finistere. De zon geeft een zilveren glans over het water. We lopen meteen wat hoger en prachtige uitzichten.
Tot onze verrassing komt er een hele donkere lucht aan. Het begint te waaien. Net zoals bij ons aan zee, kan het zomaar zijn dat de bui overwaait. Dat gebeurde ook. Maar er was een fantastische regenboog. Gaan we het goud zoeken? Nee we weten, het goud dragen we bij ons in het hart.
We volgen de paden naar het noorden, dan weer bospaden, dan plotseling met uitzicht op zee. Het is best een zware dag vinden we, met veel klimmen en dalen.
Volgens het boekje is er geen horeca onderweg. Dan is het toch een verrassing om ergens halverwege een leuk tentje te vinden, waar je voor “donativo” iets kunt krijgen. Hier ontmoeten we andere pelgrims. Op weg van Muxia naar Finistere of, net als wij, van Finistere naar Muxia. We voelen ons verwend met een beetje yoghurt, wat fruit of kopje koffie uit een jampot.
In het bos waren we aan het pauzeren en er komen 3 jonge dames uit Italië langs. Wat een complimenten gaven die aan Alie. Was erg leuk om te zien. Hoe doe je dat vroegen ze? Nou…..Alie zei, gewoon bezig blijven en sporten.
Vlak voor Lires besluiten we om af te dalen naar Playa de Lires. Wat is dat mooi! Wel een lastige afdaling met veel losse stenen en erg ongelijk. Zeer de moeite waard. Zeker omdat aan het eind van de daling een restaurant te vinden is.
Daar aangekomen hebben we genoten van het prachtige uitzicht. Een baai, jongelui met kitesurfen, gezinnen en vriendengroepen die samen op het terras zitten.
Langs het water gaan we naar Lires, daar overnachten we in albergue/hotelkamer van As Eiras.
We zijn heel benieuwd naar de laatste etappe van Lires naar Muxia. Dat zien we morgen weer.
26 augustus, eerst wat regen, later licht bewolkt 25 graden. Van Cee naar Finistere en zonsondergang, 15 km en 6(!) naar de vuurtoren
En dat is dan de eerste mijlpaal. We hebben Finistere bereikt. Bijna 100 km verder…..het einde van de wereld. Bijzonder trots zijn we als we de Finistaella hebben opgehaald.
We sliepen in Albergue Moreira aan de haven van Cee. Dan is het meteen een verrassing als je naar buiten kijkt. Een spiegelgladde zee, de zon is nog net niet op. We lopen naar het centrum voor het ontbijt en gaan daarna op pad. We hebben er zin, zijn opnieuw voldoende uitgerust voor de volgende etappe.
Algauw klimmen we wat hoger. Via Corbucion heb je uitzicht over de zee. We klimmen verder en bij Alto San Roque zie je heel in de verte een kleine witte stip. Finistere….we komen eraan.
De verrassing is het strandje van Praia de Estorde. Met palmbomen en, dit is echt een verrassing, dolfijnen (?) die net voor de kust aan het spelen zijn. Als je geluk hebt zie je ze boven de golven komen. We hebben er dan 6 km opzitten. Zo een mooie plek kunnen we niet overslaan.
Als je naar Finistere loopt blijf je niet aan zee lopen. Dat kan niet, want je moet steeds rots partijen oversteken. Je raadt het al dat is steeds opnieuw klimmen en dalen. Steeds weer kom je bij de mooiste strandjes, bijna verstopt voor alle pelgrims. Als je even moeite doet kun je ze wel vinden. Over de rotsen lopen we over bospaden en zien dan Finistere liggen. Alie wijst het aan
Een bijzondere ervaring is ook het allerlaatste stuk over het strand. Met de voeten door het water. De indrukken van alle km naar Finistere worden nog eens verwerkt. Niet gedacht dat ik het zou kunnen. Kan ik het wel? Of kan ik het nog? Ben ik in staat het vol te houden, zonder me uit te putten?
Dit gaan we vieren. Samen sluiten we deze Camino naar Finistere af met ons etappe drankje.
De stempelkaart mee naar de VVV. We krijgen de Finistaella. Dik verdiend dames. Van harte gefeliciteerd. Ieder op zijn eigen manier, in eigen tempo en toch samen hebben we dit voor elkaar.
Na deze intensieve dag gaan we in de avond naar de vuurtoren om de zonsondergang te zien. We hadden de hele dag zon, dus dat zou moeten lukken………Tja, er kwamen wolken voor de zon en zo kregen we niet wat we hadden gehoopt. Wel met tapas erbij. Wij hadden een heel gezellige avond. Natuurlijk gaan we ook naar de 0,0 km paal. Die hoort erbij……