Alle berichten van Ria Meinema
Dag 37: Salceda – Lavacolla
10 km voor Santiago ligt Lavacolla, de plaats waar pelgrims vroeger zichzelf en hun kleren wasten, teneinde enigszins toonbaar in de kathedraal te kunnen verschijnen.
Daar stoppen we vandaag. Probleem: tijd te veel, of te weinig kilometers eigenlijk. We kunnen pas om 13.30 uur in de herberg terecht en dus vullen we tijd met koffie bij O Empalme, taart en shoppen in O Pedrouzo en een lunch 2 km voor de herberg.
Het regent. Echt waar. Niet hard, het mot een beetje, maar er is geen ontkennen meer aan en het is genoeg om regenjassen, packcovers en ponchos tevoorschijn te halen.
Morgen die laatste 10 km!
Dag 35 en 36: Palas de Rei – Boente – Salceda
Het zijn de laatste loodjes, deze kilometers door Galicië. We lopen steeds door onder een grijze hemel: gisteren vanuit Palas de Rei en vandaag vanuit Boente.
Je voelt ook een beetje dat het de laatste kilometers zijn: de opluchting van dat het straks volbracht is en tegelijkertijd het verlies van de camino die straks niet meer is. Eucalyptusbomen, dorpen, stukken bos en velden. Zo lekker makkelijk gaat het nu. Lopen, koffie, lopen, broodje, lopen, herberg.
Vandaag passeerden we Ribadiso, waar op 11 mei een Nederlandse pelgrim tijdens zijn slaap in een herberg stierf. Wij hoorden dat vlak daarna toen we al onderweg waren. Een bericht dat indruk maakte: hoe vluchtig alles is en hoe waardevol dat wat we meemaken. We staan stil bij de gedenksteen die de broer van de pelgrim daar neerlegde. Wilde bloemen van ons, en Debby legt de steen die ze vanuit Nederland meenam, maar die op de een of andere manier niet bij het Cruz de Fierro hoorde. Hier past hij wel.
We pauzeren in Arzua en daarna, als het dreigt te gaan regenen, nog eens voor een broodje. Salceda is de eindstop voor vandaag: we eten en praten wat en dan is de dag weer voorbij. Nog twee dagen, dit simpele leven.
Dag 34: Portomarin – Palas de Rei
‘We hebben al een pokkeneind gelopen en we moeten nog een pokkeneind’, verzucht Debby halverwege de dag boven haar coca cola zero. ‘Dat geeft niks, want in Palas de Rei is toch geen flikker te doen’, antwoordt Sjan. 25 km in totaal, maar toch voelt 25 km aan het eind van de dag nu heel anders dan een paar weken geleden.
Het is een grijze Galicische dag: maar later knapt het weer op, de zon komt zelfs tevoorschijn en ook deze dag hebben we geen regen. Zo langzamerhand denk ik dat we heel misschien wel zonder regen Santiago zullen bereiken. Dat klop ik dan meteen weer af.
Tja, wat zal ik er verder over zeggen: het was een relaxte dag: we dronken koffie onderweg, Jan speelde gitaar bij een leuke donativo stop in Ligonde, we aten een broodje, scoorden een extra stempel voor de laatste 100 km, liepen weer een stukje, roken koeistront, hoorden blaffende honden en zagen horreos en heel veel groen en heel veel pelgrims. Alhoewel het aantal pelgrims kleiner leek te zijn dan gisteren vanuit Sarria. Zouden die het nu al hebben opgegeven?
Dag 32 en 33: Triacastela – Sarria – Portomarin
Vanaf Triacastela kun je op twee manieren naar Sarria: hoog bovenlangs of lager langs het klooster van Samos. De eerste is kort, maar zwaar, de tweede optie wat langer. We kiezen voor Samos en gaan langs het zevende eeuwse klooster, dat een aantal malen gedeeltelijk verwoest werd door brand, en doen ook de rondleiding door het klooster: het meest indrukwekkend zijn de hedendaagse religieuze muurschilderingen.
Daarna was het plan om via de weg door te lopen naar Sarria, maar die route is niet meer bewegwijzerd, dus uiteindelijk lopen we naar de andere route terug: in totaal 24 km. Het blijft ook deze dag droog en in Sarria nemen we ons intrek in weer een prettige herberg en eten we bij een italiaan.
De volgende dag is het grijs buiten, en er zij opeens opvallend veel pelgrims. Sarria is de 100 km plaats, het aantal kilometers dat je gelopen moet hebben om in aanmerking te komen voor een compostela, en er lijken veel mensen van start te zijn gegaan, op nieuwe schoenen en met kleine dagrugzakjes.
Ik ben megaverkouden en besluit een 1 persoons kamer in Portomarin te boeken, zodat ik niet een hele slaaspzaal wakker hou met mijn gehoest. We zijn de 100km paal gepasseerd: het aftellen kan beginnen.
Dag 32: Liñares – Triacastela
We kookten voor het eerst zelf in de herberg in Liñares, vanwege geen restaurant in de buurt: pasta met groenten en sla. Best okee. De volgende dag weer op tijd op, want al weer vroeg gerommel op de slaapzaal. ‘Het is vijf voor zeven’, roept Lilian als we buiten staan. Snel naar het eerste dorp voor koffie en tostadas. Het is maar 18 km vandaag, en dat is inmiddels eigenlijk eigenlijk te weinig voor ons: de conditie is aanmerkelijk beter dan vijf weken geleden.
We zijn in Galicië, en dat is aan alle kanten merkbaar: het is ochtend en de wolken liggen op het land, in het dal. Wij lopen hoger en dat levert veel spectaculaire fotomomenten op. Op de Alto San Roque zitten we opeens middenin in een wolk. Verder ook heel erg Galicië: honden, koeiestront, horreos (de kleine graanschuurtjes op poten) en: dreigende regen.
We weten het weer droog te houden. Een half uurtje na aankomst in de prachtige herberg begint het, en nu regent het best serieus. Ik denk dat we het morgen echt te verduren gaan krijgen… Kijken hoe we ons daarin staande gaan houden. Of lopende eigenlijk. In NL is het heerlijk weer, begreep ik.
Dag 31: Ambasmestas – Liñares
Heel Spanje wordt al dagen geplaagd door tormentas – donderbuien – maar wij hebben nog steeds nauwelijks een drup regen gehad. Gisteren begon het met regenen toen we binnen waren, en ook vandaag beginnen we in de zon aan de beruchte klim naar O Cebreiro. Die blijkt erg mee te vallen: we nemen pauzes in elk dorp, brengen tijd door in het kerkje van O Cebreiro en de toeristenwinkeltjes daar. Daarna is het nog maar een klein uurtje naar Liñares. Dat ging weer heel vlot en in lekker weer. We zijn in Galicie en hoeven nog maar 151,5 km volgens het boek van Debby.
Dag 30: Cacabelos – Ambasmestas
Door de wijnvelden van de Bierzo op weg naar Villafranca. Daarna kun je kiezen: of beneden door de vallei of bovenlangs de camino duro, de zware. Jan en ik doen de duro: inderdaad behoorlijk klimmen, maar wel heel mooi. Beneden hebben de dames het ook naar hun zin. Die zijn al een tijdje in de herberg als wij tegen vieren arriveren.
Dag 29: Molinaseca – Cacabelos
Bar Marcos in Molinaseca gaat speciaal een uur eerder open voor ons, zodat we na een luxe hotelnacht ook kunnen ontbijten. Daarna lopen we naar Ponferrada. Tijd voor koffie. We besluiten het Castilio Templario, het grote tempelierskasteel, te bezoeken.
Tweeenhalf uur later gaan we pas weer op pad. Eerst Ponferrada uit en dan door dorpen en velden naar Cacabelos, waar ons onderkomen voor de nacht zich bevindt. Stukje lopen, cola, stukje lopen, ijsje, stukje lopen, smoothie in het bos, stukje lopen, herberg. Een lekker dagje!
Dag 27 en 28: Santa Catalina – Foncebadon – Molinaseca
Sjan probeert t weer: op nieuwe schoenen en rustig aan. De rest gaat vooruit en wij proberen langzaam te gaan. Het stuk naar Rabanal en vooral daarna is een van de mooiste stukken van de Camino Frances.
We maken een stopje in Rabanal, bekijken daar even het prachtige oude kerkje en gaan dan verder omhoog naar Foncebadon, een merkwaardig dorpje zo hoog op de berg. Jaren geleden was nagenoeg alles vervallen daar, maar nu wordt er volop gerestaureerd. We eten in een prettig restaurant met goed eten.
De volgende ochtend lopen we in pelgrimsoptocht Foncebadon uit. Na 2 km is daar Cruz de Fierro, het kruis waar veel pelgrims een steentje achterlaten. Ik was daar al een aantal malen, maar ik vind het nog steeds mooi om te zien hoe mensen daar allemaal iets eigens doen, terwijl het tegelijkertijd hetzelfde is. Moeilijk uit te leggen.
Daarna komen we langs Manjarin, de plek vasn tempelier Tomas. Hij is er niet, maat Diego meldt ook tempelier te zijn.
Op deze dag bereiken we ook het hoogste punt van deze camino. Dan gaat t via de dorpen El Acebo en Riego de Ambros weer steil naar beneden naar Molinaseca, waar we qua luxe weer eens een hotel nemen. Het weer lijkt te gaan omslaan: tot nu hebben we nauwelijks een druppel regen gevoeld. Maar dat gaat volgens mijn weerapp veranderen.
Dag 26: Villares de Orbigo – Santa Catalina de Somoza
24 km vandaag. Het is prachtig weer als we de herberg van Christine na een goed ontbijt verlaten. Sjan blijft achter: op doktersadvies loopt ze niet vandaag. Het stuk na Villares naar Astorga is een mooi stuk door de velden. Daar ergens middenin het veld staat David met zijn wagentje met biologische pelgrimsheerlijkheden. Een prettige stop, ook omdat David herhaaldelijk vertelt dat het leven prachtig is. Ik geloof dat op zo’n dag als vandaag wel.
Daarna Astorga met zijn kathedraal en Gaudipaleis. Debby en Lilian bezoeken het paleis, Jan de Plaza d’España, Chandra is zoals meestal al ver vooruit en Sjan die met een gedeelde taxi is aangereisd koopt nieuwe lichtere schoenen. We ontmoeten Tito weer: de filipijnse amerikaan die in Orisson de berg niet overkwam. Tito doet de camino nu per auto: het wandelen bleek te zwaar, dus huurde hij een auto om elke dag de etappe naar zijn vantevoren geboekte hotel te rijden. Dat komt goed uit, want hij brengt Sjan even naar Santa Catalina, 10 km verderop, waar we de nacht door zullen brengen.
Wij volgen te voet, om aangekomen in Santa Catalina ons intrek te nemen in niet de allerbeste herberg van deze reis ?. Ik slaap er wonderwel goed.
Dag 25: Villar de Mazarife – Villares de Orbigo
Dag 24: León – Villar de Mazarife
‘Verzengende hitte’, noemt Lilian het. Jan en ik vinden het gewoon een lekker zomers t-shirtdagje, tijdens welke Jan geregeld weer iets extra’s aan of uit moet. We zijn op weg naar Tio Pepe in Villar de Mazarife, een plaats op de alternatieve route na León, die voorkomt dat je kilometers lang langs de weg loopt.
Debby, Sjan en Chandra vertrokken vroeger: we namen ons voor om uit te slapen, maar dat lukt eigenlijk niet meer. Wij dronken dus eerst nog een koffie in de stad, wachtend op de opening van de kathedraal. De 6 euro entree doet ons vervolgens besluiten om de kathedraal over te slaan en het te doen met de foto’s die Sjan de dag ervoor maakte.
We lopen lekker rustig door de velden en laten ons aan het eind van de wandeling nog even opjagen door een dreigende onweerslucht. In de herberg voor deze nacht in Mazarife doen we weer de gebruikelijke pelgrimsdingetjes. Weer een caminodag voorbij en weer een stukkie verder…
Dag 22 en 23: Bercianos – Mansilla de las Mulas en Mansilla – Leon
We zijn in León! Een stuk over de helft van deze camino en aan het eind van de meseta. We zitten in een fijn hostel in de Calle Ancha, tegenover het Gaudi-huis en vlakbij de kathedraal.
Gisteren liepen we 27 km door het veld langs de weg vanaf Bercianos en sliepen in Mansilla de las Mulas. Of eigenlijk: sliepen niet, want de slaapzaal was vrij dramatisch. Vandaag 20 km verder naar León waar we de middag als toeristen doorbrachten: Debby en Sjan vertrokken naar de kathedraal, de McDonalds en El Corte Ingles en Jan, Lilian en ik bezochten het Musac, het moderne kunstmuseum van León waar momenteel een expositie is over de camino: 40 hedendaagse kunstenaars reflecteren op de camino. Erg leuk om te zien. Daarna eten in een hippe tent met speciale biertjes. Morgen uitslapen, nog een beetje rondlummelen in León en dan 20 km naar Villar de Mazarife.
Dag 21: Ledigos – Bercianos
Dag 20: Carrion de los Condes – Ledigos
Na Carrion de los Condes komt het beruchte stuk van 18 km door het veld, zonder bar, naar Calzadilla de la Cueza. Er staat veel wind en het is koud. Ergens halverwege in het weiland is een geimproviseerde buitenbar, maar eigenlijk is het te koud om er te pauzeren: een broodje en een snelle koffie en dan weer verder. Even later is gelukkig nog een plekje uit de wind om even te zitten.
In Calzadilla kunnen we dan weer binnen zitten. Vanaf daar is het nog 6 km naar Ledigos, het eindpunt van deze wandeldag. We douchen, wassen, eten in albergue La Morena en gaan weer naar bed. We zijn over de helft!!!
Dag 19: Fromista – Carrion de los Condes
De hosteleigenaar in Fromista blijkt ons te hebben opgesloten: rond half zeven staan we beneden, maar de deur zit dicht en er is niemand om het ons beloofde ontbijt te maken. Scary. Jan en ik proberen via de keuken naar buiten te komen: op dat moment komt de eigenaresse binnen die boos wordt vanwege ons bezoek aan de keuken. Ontbijtelders dan maar.
De etappe van Fromista naar Carrion is niet de meest spectaculaire van deze camino: 18 km naast de weg over een pad. Jan en Lilian proberen nog een stuk over de alternatieve route, maar daar wordt t niet veel interessanter van.
Gelukkig is Carrion wel een leuke plaats. We er al vroeg en zetten onze rugzak in de rij voor Santa Maria, de herberg van Augustijner zusters, die ’s middags voor en met de aanwezige pelgrims zingen. Lilian zingt over Limburg en Jan iets braziliaans. ’s Avonds is er dan nog een mis met een speciale pelgrimszegening. Een prettige plek, alhoewel wel de meest ‘basic’ plek waar we tot nu toe sliepen.
Om half tien moeten we binnen zijn: geen songfestival voor ons! Maar ja, dat hadden we eigenlijk al ’s middags in uiterst internationasl gezelschap.
Dag 17 en 18: Hornillos – Castrojeriz – Fromista
Gefeliciteerd!
Dag 16: Burgos – Hornillos del Camino
Zelfs in een stad als Burgos is het ’s ochtends zoeken naar koffie. Maar het is een heerlijke ochtend: de vogels fluiten, het weer is aangenaam en ik ben vrolijk omdat de meseta gaat beginnen. Koffiepauze in Tardajos en na het volgende dorp begint ’t echt: een pad naar links en dan het uitgestrekte glooiende landschap voor je. Een van de prachtigste stukken van de Camino Francés.
Het gaat allemaal vlotjes vandaag: ruim op tijd zijn we bij een prettige herberg in Hornillos, met ligstoelen in de tuin en een self service koelkast met drankjes. Er kwamen in Hornillos de afgelopen jaren aardig wat nieuwe herbergen bij, maar dat blijken er momenteel niet genoeg te zijn: veel pelgrims stranden vandaag zonder een bed te bemachtigen. Er rijden taxi’s af en aan om ze naar verder gelegen plaatsen te vervoeren. Er lopen echt veel mensen nu. Ik besluit om maar weer een paar dagen vooruit te reserveren, alhoewel ik dat eigenlijk helemaal niet zo des pelgrims vind…