Categoriearchief: Camino Français

Camino Francais Lavacolla

29 september, 17 km, zonnig 27 graden van Salceda via Pedrouzo naar Lavacolla

We hebben een jarige vandaag. Irene is jarig en we feliciteren haar van harte. De barman had wel een hele mooie “cafe con leche” gemaakt.

Na de etappe van gisteren van 27 km, is deze etappe een makkie. Eerst van Salceda naar O Pedrouzo, in dit overzicht van rechts naar links, iets voorbij de helft.

Dan van O Pedrouzo naar Lavacolla, met steeds kleine hoogteverschillen. Je ziet het…… morgen nog een klein stukje en dan zijn we er.

Wij vertrekken als de zon net boven de horizon verschijnt. We voelen het als “golden summer”. Alles is goudgekleurd.

Vandaag hebben we wederom vele paden door het bos. De grote drukte van O Pedrouzo hebben we niet. Als we daar aankomen is het 9 km verder en iedereen is al onderweg. Het is heerlijk in de koelte.

In O Pedrouzo gaan Marijke, Bertine en ik nog even naar de t shirt winkel.

We kopen een roze t shirt om morgen zo Santiago in te lopen. In het bos daarna is een man uit Columbia met souvenirs. Hij maakt een speciale stempel van was.

Daarna langs het vliegveld en de bekende paal op de gemeente grens van Santiago.

We treffen elkaar weer in San Paio bij restaurant Porta de Santiago. Fijn dat we er allemaal weer bij zijn. Ieder op zijn eigen tempo. Elk tempo is goed, we komen er wel.

Wacht ons daar een klein pittige klim. Schakelen in de lage versnelling. Te voet is dat met kleine passen en voor mij langzaam naar boven.

We gaan voor de laatste km’s en in Lavacolla bij de kerk voor ons etappe drankje. Heerlijk in de schaduw.

Camino francais Salceda

28 september,27 km, bewolkt,20 graden van Melide naar Salceda

Door een computer storing was er een paar dagen geen internet, vandaag plaats ik het verslag van 28 en 29 september.

Vandaag met hartelijke dank aan de 4 wandelaars Irene, Bertine, Marijke v B en Annemiek, zij hebben deze etappe volbracht en het verslag en bijbehorende foto’s gemaakt. Mieke, Monica en Marijke H hadden een rustdag.

Voor vertrek nog even een groepsfoto.

Vandaag na ons ontbijtje bij Albergue
San Anton om 8.20 uur op pad. De paden op de lanen in maar hier in Galicië is het de tamme kastanje en  ecalyptus bossen door, langs de mais weilanden en ook steken we een aantal kabbelende rio’ s over. We zien de zon opkomen wat mooie foto’s oplevert. Onze eerste café americano en con leche stop op 6 km bij El Alemán en daarna weer door. En door ………zegt Marijke v B. We moeten dan nog  ongeveer 20 km door het mooie Gallicische landschap. We nemen nog even een camino complementaire route tussendoor, prachtige uitzichten en een flinke klim omhoog om daarna weer af te dalen richting Ribadiso de Baixo en Arzuá. Net in de buitenwijken van Arzua is een pleintje waar in een driehoekje bankjes staan we kunnen er lekker even lunchen met de vergaarde etenswaren uit de supermercado in Azurá. Muziek op de achtergrond maakt het helemaal af. Dan weer door want ja we hebben nog een aantal km voor de boeg en we moeten voor het donker wordt binnen zijn anders wordt onze Miek ongerust.
Tussendoor nog een koffie  chocomel en fris stop bij Calzada bij Taverna Velha voordat we in Salcedo aankomen. Hier is onze herberg waar we slapen. Eerst een etappe drankje voordat we ons toilet gaan maken. Irene regelt een taart voor haar 59-ste verjaardag bij het cafe/ restaurant naast de herberg. De herbergier regelt een santiago taart met 5 kaarsjes en een 9 zooooo leuk en we zingen vast in het Spaans op haar oudejaarsdag ” Lang zal ze leven” = “cumpleaños Feliz, te deseamos todos”


Wat zijn we voldaan wat een mooie herinneringen en wandeldag.

Op pad onderweg, over wel hele grote stapstenen. Er was een keuze, ga je over de stenen of over de weg? Annemiek wist het nog. Als je niet teveel regen hebt, kies de stapstenen, dat is veel mooier.

Het zijn vele paden door de bossen. Steeds opnieuw komen we Heinz en zijn vrouw Johanna tegen we Josepho en zijn vrouw. In Arzua worden boodschappen gedaan. Er worden ook speciale “Mieke foto’s” gemaakt in de tunnel. ,(Leuk!)

Rond 16.30 uur komen ze aan in Salceda. Moe maar zeer voldaan. Tijd voor het etappe drankje en alvast de verjaardag van Irene, morgen is ze jarig.

Camino francais Santiago

Yeah we zijn er. 17 wandeldagen en 320 km. Fantastisch gedaan.

Van harte gefeliciteerd voor Monica, Marijke, Marijke, Bertine, Irene en Annemiek. Speciaal voor deze aankomst dag waren we in het roze. Gisteren had ik nog een t-shirt in Pedrouzo gekocht.

30 september, 12 km, 14-32 graden van Lavacolla naar Santiago

In de heerlijke koelte van de ochtend gaan we op pad. Niet veel km’s meer te gaan, we hebben er zin in. De zon komt op en er is geen wolkje te bekennen.

De laatste top is de Monte de Gozo. Het is klimmen van 300 naar 410 meter. We vinden het meevallen.

We gaan ook naar de 2 pelgrims die over de stad uitkijken. Monument voor de pelgrims. Even van de route af en dan ben je er. Hier vandaan kun je de torens van de kathedraal zien liggen.

De aankomst op het plein voor de kathedraal is een feestje. Er zijn vele pelgrims, we horen gejuich en zien dat andere pelgrims elkaar van harte feliciteren. Ontmoetingen met de andere pelgrims, die we onderweg ontmoet hebben. Vreugde over: we hebben het volbracht.

Daarna gaan we voor ons etappe drankje en een kleine lunch.

We gaan deze zelfde middag onze “Compostella’s” ophalen. Omdat we als groep zijn, kunnen we rechtdoor naar beneden. We vullen de gegevens in op de computer en voila, binnen 10 minuten zijn de documenten klaar. Ze komen gewoon uit de printer. We makkelijk en snel….we missen de persoonlijke noot. Wel leuk dat ik de Compostela’s mag uitdelen. Lieve allen, dik verdiend! Al die stappen heb je zelf kunnen/mogen zetten.

Tot slot een gedichtje van Ricky Rieter:

Voltooid is dit pad, voldaan zijn we en gelukkig, nu delen van wat bijna niet te delen is, delen is vermenigvuldigen, almaar groter wordt ons geluk, van buiten en van binnen

Dag 13. Vilachá – Airexe

30 september,  20 km,  15-32 graden.  We passeren Portomarin, Castromaior, het kruis van Lamoreiros en veel nieuwe pelgrims.

Vanaf Vilacha dalen we verder af naar Portomarin.Omdat de weg  regelmatig is zijn we om kwart voor acht in het donker vertrokken. Het wordt immers heel warm vandaag. Fijn als we zo lang mogelijk in de koelte lopen kunnen. En dat lukt gedurende 9 kilometer prima, omdat er zo lang mist hangt in Galicië. We vertrekken met volle maan.
Bij een kruispunt kunnen we twee routes kiezen. We kiezen de kortste, rechtsaf.
Als we bij Portomarin aankomen is het inmiddels licht. Daar steken we een lange brug over.
Portomarin ligt aan een groot stuwmeer. Om dit stuwmeer mogelijk te maken is de stad in 1962 onder water gezet. Het water staat nu laag. We zien resten van de oude stad in het water. Alleen de bijzondere romaanse kerk San Nicolas is destijds verplaatst naar het dorp dat boven het stuwmeer is opgebouwd. Het is de grootste Romaanse kerk van Galicie en heeft de vorm van een fort. We zien de kerk vanaf de brug en besluiten Portomarin niet verder in te gaan.
Een lange klim omhoog volgt met veel andere pelgrims.
De uitzichten zijn weer prachtig zoals elke dag.
We zien voor het eerst pelgrims op witte gympen en op slippers en een in oosterse outfit. En veel nieuwe mensen.
Na ca. 11 kilometer passeren we de opgravingen van Castromaior uit de 4de eeuw voor Christus, de moeite van een kleine omweg waard. Met mooi uitzicht op de omgeving Indrukwekkend.

 

Vlak voor onze overnachtingsplek passeren we het kruis van Lamoreiros uit 1670. Het wordt als uniek gezien op de Camino de Santiago. Het heeft aan de ene kant een beeld van Jezus aan het kruis, en aan de andere kant Maria met het kindje Jezus.
Nog wat vreemde objecten onderweg. Een gigantische paddestoel en een huis met veel mais.

Vandaag overnachten we in een pension.

Dag 12. Sarria – Vilacha

29 september. Sarria – Vilacha,  21 km, 13-28 graden. Voorbij het 100 kilometer punt.

Het is een aparte ervaring om in Sarria te zijn met zoveel pelgrims. We hadden een prima kamer met lage bedden in een herberg aan de Rua Maior.

’s Avonds eten we pizza als afwisseling op de dagelijkse pelgrimsmenu’s die we tot nu toe genoten. We hebben gemerkt dat er best veel Nederlanders onderweg zijn. Anita uit Arnhem eet met ons mee. Zij is ook in Leon gestart en slaapt in hotels.
Het wordt een warme dag. Daarom starten we zo vroeg mogelijk met lopen, al voor half 8.  Te vroeg blijkt later.  Er hangt namelijk een dikke mist die langzaam optrekt. Op een geasfalteerde weg lopen is zo vroeg geen probleem, maar een bospad wel. Voordat we Sarria verlaten kunnen we nog wel in het donker een foto maken bij de letters.
Daarna wachten we een kwartier en zien veel mensen passeren met koplampen. Het is een lange file vanuit Sarria.  Dat is wennen.

Morgen zal dat weer anders zijn omdat de meeste mensen de standaard etappes zullen lopen naar Portomarin. Wij stoppen enkele kilometers daarvoor.
Enkele beelden van de file.
Weer een prachtig oud kerkje waar we een stempel halen. We hebben de laatste 100 kilometer 2 stempels per dag nodig om een Compostela te krijgen.
Altijd prachtig die zonsopkomst.
Er is veel horeca onderweg en prachtige uitzichten.
De kolen van de Caldo Gallego (koolsoep is vaak een voorgerecht in het pelgrimsmenu) groeien aan het pad.
En dan is daar het 100 kilometer punt. We zijn nog steeds opgewekt ondanks de hitte.
Een horreo (voormalige graanopslag).
Een waterbron voor de broodnodige verkoeling en een vervallen huis
De laatste kilometers dalen we en krijgen al van ver zicht op Portomarin. Maar daar komen we morgen pas.
Onze herberg is midden in het boerenland. In een gehucht van 30 inwoners. Lekker rustig en een aangename plek met mooi terras en tuin.
We zijn hier met 5 Amerikaanse mensen van Nederlandse afkomst en een Israëlische vrouw en eten ’s avonds samen. Gezellig.

Dag 11, Samos – Sarria

28 september,  16 km, 14-25 graden. Over holle wegen. Het wordt weer warm.

Leuk om in Samos te zijn. We hebben een rondleiding door het enorme klooster gehad. Het is een van de oudste kloosters ter wereld, Benedictijns 5de, 6de eeuws van oorsprong. ’s Avonds  konden we buiten eten. Het wordt weer warmer. Bijzonder dat dit eind september in Galicië nog kan.

Vandaag lopen we een relatief korte etappe naar Sarria. Dat is de plaats waar iedereen start die maar 100 kilometer wil of kan lopen, het minimum vereiste aantal kilometers voor een Compostela. En dat zijn er velen. Het zal de komende dagen veel drukker worden, verwacht ik. In Sarria hoef je je niet te vervelen.  Het is een oud stadje, bestond al als vesting voordat de Romeinen kwamen.  Koning Alfonso IX overleed hier in de 13de eeuw als pelgrim. Er is nog wat uit die tijd te zien. Je kunt er boodschappen doen of op een terrasje aan de Rua Maior, de pelgrimsweg door het oude centrum gaan zitten kijken naar iedereen die hier vertrekt. Hoe wit hun gymschoenen nog zijn, net en schoon hun kleding.

Maar eerst mogen we er nog naar toe lopen. Dat gaat door glooiend landschap met loofbos, gehuchten, over holle wegen, met uitzicht over riviertjes en velden. Zo is Galicië. Twee pelgrims wijzen ons de weg Samos uit.

We lopen in het begin als groep. De nevel lost op.

 

De zon komt op.

We lopen heuvel op, heuvel af.

Op holle wegen. Laagjes kleding gaan uit en Gerrit trakteert op dropjes.

De bar onderweg is dicht. We pauzeren bij een kerkje.

Na een relatief korte etappe lopen we bijtijds en ontspannen Sarria binnen. Nog een groepsfoto vlak voor de historische trap van 50 treden naar de Rua Maior waar onze herberg is.

 

 

Camino francais Melide

27 september, 23 km, bewolkt, 24 graden van Airexe naar Melide

Vandaag vooral paden door de bossen. Steeds glooiend en dat door het mooie Galicië. We gaan van Airexe naar Palas de Rei en van Palas de Rei naar Melide.

Zelf begin ik vanaf Palas de Rei en dat is 15 km. Vanmorgen hoorden we van de taxi chauffeur dat er in Palas de Rei wel 2000 pelgrims kunnen slapen. Bij vertrek uit Palas de Rei zijn de meeste pelgrims al onderweg. Voor ons dan ook heerlijk rustig. In de kerk treffen we een groep scholieren, die voor vertrek naar de mis gaan.

Door de mooie omgeving gaan de km’s onder onze voeten. Hier en daar heb je doorkijkjes, bv bij deze horreo, waar je een andere horreo doorheen ziet. Horreo’s zijn opslagplaatsen voor o.a. mais om het te laten drogen. Door de grote stenen eronder kunnen de muizen er niet in klimmen.

Bij Lobreiro zien we dit mooie kerkje en we passeren een brug over Rio Seco. Vlak voor Melide is de heide nog in bloei. Samen met een soort brem een kleurrijk schouwspel.

Daarna komen we bij Furelos. Ik weet nog van de eerste keer dat ik dacht dat ik er al was. Dan is het echt nog 2 km. Die kunnen er vandaag nog makkelijk bij.

We slapen in de prachtige herberg San Anton in Melide. Er is een bar bij en een tuin met overkapping. Fijn want er vallen een paar druppeltjes.

Nog ongeveer 60 km te gaan naar Santiago. Naar Salceda, Lavacolla en tenslotte Santiago.

Dag 10. Fonfria – Samos

27 september,  20 km, 13-20 graden, half bewolkt

Het was echt feest gisteravond bij het gezamenlijke eten met 70 pelgrims. Er werd zelfs gedanst op Galicische muziek. Leuk om mee te maken. Het deed me denken aan Casa Fernanda op de Camino Portugues. Het slapen ging iets moeizamer. Ook het vinden van mijn schoenen vandaag.

We gaan om kwart voor 8 in het nog bijna donker op pad. Dat ziet er zo uit. Maar dan komt de zon echt op. Prachtig.

De eerste 9 kilometer dalen we van ca. 1300 naar 600 meter in Triacastela. Afspraak is dat we elkaar daar zien. Iedereen loopt voor me uit dus tot Triacastela alleen maar foto’s van de natuur.

Triacastela in zicht

In Triacastela houden we onze eerste pauze. Daarna is het nog 10 kilometer naar Samos. Eerst moeten we kiezen. Het wordt linksaf.

We lopen eerst 3 kilometer lang tussen de weg en een wildstromende rivier. Daarna over holle wegen langs riviertjes, weiland en door gehuchten.

Onze tweede stop is na 15 kilometer.

Rechtsboven een horreo (graanschuur, typisch voor Galicië). Hieronder rood met witte paddestoelen (zo rood zie ik ze niet in Nederland) en een palloza (Galisisch huis).

En dan zien we het klooster van Samos van bovenaf en later van dichterbij. We zijn er.

Dag 9. Las Herrerias – Fonfria

26 september,  21 km, 12-25 graden. Bergop naar O Cebreiro, Galicië in

 

Om 7 uur ’s ochtends zitten we aan het ontbijt. De herberg was prima, wel vol. De ligging is erg mooi. Tegenover het terras staan de koeien.

Vanaf hier start de grote klim naar Galicië. Alweer een van mijn favoriete etappes. Heel bijzonder aan deze etappe is dat er zoveel verschillen zijn tussen Castilie en Leon waar we nu zijn en Galicië waar we straks zijn. In bebouwing, keuken, landschap, sfeer, in bijna alles. Dat gaan we meemaken. Maar eerst de grote klim naar O Cebreiro. Meer dan 600 meter omhoog. Het eerste stuk tot La Faba is het steilst. We lopen langs wildstromend water  eerst een stuk naar beneden om er overheen te kunnen en daarna steil omhoog.

In La Faba is een bron waar we water kunnen tappen. Dat hebben we wel nodig.

We lopen verder omhoog. De lucht wordt steeds mooier.

Na onze eerste koffiestop na 6 kilometer wordt het uitzicht nog mooier. We blijven klimmen.

En daar is dan de grenspaal van Galicië. Zijn we er nu wel of niet?

Galicië is Keltisch van oorsprong. Dat merk je aan de doedelzakmuziek (gaeta) als je de eerste plaats O Cebreiro binnenloopt. O Cebreiro is ook de plaats waar de gele pijlen zijn uitgevonden door de dorpspastoor Elias Valinas. De kerk is 11de eeuws en heeft de heilige graal, een prachtig 12de eeuws Mariabeeld en nog veel meer mooie objecten. De sfeer voelt mystiek voor mij.

Maar O Cebreiro is ook (pelgrims)toerisme. Rob vindt er zijn nieuwe vriendin. En een nieuwe pet. Piet en Gerrit zitten samen op het leugenaarsbankje

We mogen nog 10 kilometer verder Galicië in lopen tot onze herberg. Dat is geen straf. Het landschap is heel anders als in Castilie en Leon maar ook heel mooi.

Veel koeien in de wei en op de paden hier.

We mogen nog twee cols (altos) over. De eerste met de pelgrim die zijn hoed vasthoudt.

Op de tweede alto (del poio) waren we uitgeteld, net als deze fietsers.

De herberg is middenin het boerenland. We zijn daar met 70 pelgrims. Het eten ’s avonds is heel  gezellig.

Tot slot een mooi pelgrimsgebed uit de kerk van O Cebreiro.

Camino francais Airexe

26 september, 20 km, eerst mist later halfbewolkt dan Vilacha, langs Portomarin naar Airexe

Casa Bandera is een fijn verblijf in alle rust. Het verkeer is ver weg, alle pelgrims zijn een stukje verder in Portomarin, de was wordt gedaan en er wordt voor ons gekookt. We zitten aan tafel met mensen uit Duitsland, Singapore en de US.

We dalen eerst naar Portomarin en beginnen dan aan de bijna voortdurende stijging van 330 naar 720 meter. Aan het begin vooral pittig. Later geleidelijk met stevige klimmetjes ertussen.

Bij de afdaling naar Portomarin heb je de keuze over de weg of via een sterke dalend smal stuk, met gladde stenen. Omdat het mistig is kiezen we de weg.

 



Weldra zien we Portomarin en het stuwmeer Embalse de Belesar. In 1962 werd de Miño ingedamd om het stuwmeer van Belesar te vormen. Zo werd de oorspronkelijke gemeente Portomarín onder water gezet. Heel wat waardevolle historische gebouwen werden zorgvuldig afgebroken en werden in het naburige Monte do Cristo steen voor steen weer opgetrokken. Het bekendste voorbeeld is de romaanse kerk San Nicolás waarvan elke steen genummerd werd. Op veel stenen kan het nummer nog afgelezen worden. Als het waterniveau van het stuwmeer laag staat, kunnen overblijfselen van oude gebouwen nog gezien worden. Het water staat laag en zo kunnen we de oude brug zien en gedeelten van de oude stad.

Omdat we geen boodschappen hoeven te doen, gaan we onder Portomarin langs en pakken de route weer op. Net als gisteren is het erg druk. We zien jongelui die met school op pad zijn, een grote groep Belgen en vele nationaliteiten. De eerste klim is over een bospad. Erg mooi is de mist die de diverse bergtoppen kleurt in allerlei grijstinten.

Na de pauze bij de bekende bar in Gonzar klimmen we naar Castromaior. De Castro van Castromaior is een van de belangrijkste. archeologische vindplaatsen van het schiereiland Noordwest. Het is ontstaan in de ijzertijd en werd bewoond vanaf de 4e eeuw voor Christus tot de 1e eeuw na Christus. Tussen 2006 en 2010 is er aan gewerkt om het weer zichtbaar te maken. Het ligt op enkele meters van de Camino en zeker de moeite even te gaan kijken.

Intussen lopen Marijke en Monica over de route van de Camino. We zien hen vanuit de hoogte.

We komen ook langs het kerkje van Ventas de Naron, waar een blinde man al jaren een stempel zet in de pelgrimspaspoorten. Je begeleidt dan de hand, zodat hij weet waar hij de stempel moet zetten. We krijgen er ook een kaartje met de beeltenis van het kerkje.

Op ons camino pad komen we ook langs het oudste wegkruis van Spanje dat je bij Ligonde kunt vinden.

Daarna is het nog een klein stukje. Even over een smal pad met hoge stapstenen en dan gaan we naar Cafe Mariluz voor ons etappe drankje.

Deze heerlijke wandeldag zit erop. We logeren in pension Eirexe in het dorpje Airexe ongeveer 8 km voor Palas de Rei.