30 april, 21 km, zonnig 20 graden van Najera naar Santo Domingo
Nog even terugkomen op een foto van gisteren, met dank aan Ad die de betekenis heeft achterhaald. Een uitleg die ik graag met de lezers deel, ook voor jou weg…..
De tekst luid als volgt; Als je kind bent denk je aan hoe het zal zijn als je groot bent. Je droomt van iets groots. Je beseft niet dat je het beste al in je hebt. Op die plek. Op dat moment. Op de middagen bij je oma. In de armen van je moeder. In de blik van je vader. Het is daar. In de kleine dingen. We leven ons leven op zoek naar wat we al hebben. Het is alleen maar een kwestie van de weg terug naar huis vinden. Daar waar onze herinneringen zich bevinden………
De etappe van vandaag is er een van glooiende velden met zover je kunt kijken koolzaadvelden. Heuvels met pelgrims die door dalen gaan en weer te voorschijn komen.
In de albergue Puerta de Najera is geen ontbijt, net als bij de meeste herbergen. Meestal is er een café open. Vandaag niet…..Misschien komt het omdat we zeer ontevreden waren over de maaltijd en zo waren vertrokken. We gingen terug naar de herberg, gelukkig waren er nog andere pelgrims weg, zodat we terug naar binnen konden. Daar gaan we eerst ontbijten.
Direct na Najera komen we in een natuurgebied met rode aarde. De zon is net over de heuvelrug, de rode aarde kleurt warm. Alle pelgrims gaan opgewekt op weg. Het is extra genieten als de zon schijnt.
Zo gaan we naar Azofra, 6 km na Najera. De eerste bar in het dorp doet goede zaken. Met 3 staan ze te helpen en we zijn zo aan de beurt. De meeste pelgrims stoppen daar ook. We gaan er steeds meer herkennen. Het is al warm genoeg om buiten te zitten.
Het landschap na Azofra ziet er anders uit. Druivenranken, waar de groene blaadjes aankomen afgewisseld met groene graanvelden en het koolzaad. Het is 10 km vals plat. We stijgen intussen van 500 naar 745 meter. We vinden het erg mooi.
Precies boven aan de top staat een man die tegen “donativo” fruit en wat te drinken verkoopt. Een prima plek voor een volgende pauze.
Na Ciruena blijft het glooien. Je ziet dat de weg naar een dal gaat, er weer uitkomt en dat je aan de horizon niet weet hoe het verder gaat.
Dan is daar, toch plotseling, zicht op Santa Domingo. De kerk torent erboven uit. Boven aan de heuvel staat een monument van de heilige Santa Domingo, als bruggenbouwer.
Stapje voor stapje gaan we naar Santiago. Intussen hebben we meer dan 200 km gelopen. We hebben dit etappe drankje weer verdiend.
De kathedraal van Santa Domingo is zeker de moeite waard om te gaan kijken. De levende kippen in een hok in de kerk, maar vooral ook de mozaïeken in de cripte.
We logeren in de zeer mooie herberg Confradia del Santo, vlak voor de kathedraal. Ertegenover op het plein hebben we een heerlijk menu. We zitten voor de eerste keer buiten en dat op 30 april.