5 september, 12 km bewolkt, 22 graden

In het kleine kapelletje “Capela de Magdalena” beginnen we onze wandeldag goed met een stempel die je krijgt van een blinde man. Je houdt zijn hand vast en hij zet de stempel. We krijgen ook een prentje met een gebed van Maria Magdalena. O.a. met de vraag voor bescherming onderweg.

We stijgen nog een stukje verder vanaf Ventas de Naron en daarna is het glooiend tussen 700 en 560 meter. Deze nacht was er veel regen en langdurige onweer, wat in de ochtend nevel geeft. Ventas de Naron is geen grote etappe plaats, zodat we geen drukte ervaren als we om 9.15 uur vertrekken. De mensen die we zien zijn al vroeg uit Portomarin vertrokken.

Bij Ligonde is een 17e eeuws wegkruis te vinden. Het meest bekende op dit deel van de Camino Francais. Aan de ene kant is Jezus aan het kruis te zien, aan de andere kant Maria en Jezus als klein kind. Erg mooi om even te gaan kijken. Het ligt iets van de weg af, zodat je er ongemerkt voorbij loopt.

Bij Albergue “La Fuente” stoppen we heel even en krijgen een klein foldertje in het Nederlands “de 5 symbolen van de pelgrimstocht” . De pijl, de rugzak, de pleister, de wandelstok en de schelp. Wat betekent het voor jou, pelgrim?

Er zijn vandaag nog meer kerkjes open. Daar waar ook muziek is, steken we een kaarsje aan voor onze dierbaren. Even stilstaan bij een naaste die is overleden en die je nog steeds een warm hart toedraagt. Zolang we er aan de denken wordt je nooit vergeten.

Het blijft licht glooiend en we genieten van de mooie omgeving. Boerenerven met bijna rijpe mais, geoogst gras voor de winter, bieren aan het werk.

Na een kleine pauze in A Brea komen we in Palas de Rei aan. We slapen in Albergue Castro. Het gebouw aan het einde van dit steegje, direct na de kerk.