Wandelen bij Epen dag 2

“Blij dat ik glij”

20 km, droog 12 graden, bewolkt.  Van Epen door het Vijlenerbos richting Drielandenpunt, terug door België, golfbaan en tenslotte langs de Heijmans groeve en de zeer modderige paadjes langs de Geul.

We beginnen direct met een flinke klim via Camerig, langs camping Rozenhof en nog veel verder omhoog tot we op ongeveer gelijke hoogte door het Vijlenerbos wandelen.

Het bosgebied, dat in de volksmond meestal wordt aangeduid als de Vijlenerbossen, bestaat in werkelijkheid uit meerdere bossen. Deze maken deel uit van een groot aaneengesloten internationaal bosgebied, dat zich ook uitstrekt over Duitsland en België. Het Nederlandse deel beslaat ruim 600 hectare. Het verschil tussen het laagste en hoogste deel van het bos bedraagt meer dan 170 meter met als topper het Drielandenpunt (322,5 m. +NAP).
Een hellingbos vol geschiedenis
Hier leven al zo’n 5000 jaar mensen! De oudste zichtbare sporen zijn de prehistorische grafheuvels.

We maken na 3,5 km een ommetje naar het hele bekende cafe “Hijgend Hert”. Deze 2 extra km’s hebben we er wel voor over. Een heel sfeervol boscafe, ieder die Zuid Limburg bezoekt, gaat daar naar toe. Wij hadden wel zin in de Limburgse vlaai.

We verwelkomen vandaag Lydia die een dagje met ons meeloopt.

We gaan verder en de zeer modderige paden en weilanden zorgen ervoor dat we  soms wat wegzakken, een ommetje moeten maken en het tempo terugzakt naar 3,5 km per uur.

Om 13 uur hadden we 8 km van de route afgelegd, +2 extra naar het Hijgend hert. We hadden nog 12 km van de route te doen en we hadden minder dan 3 uur voor het donker wordt. We kiezen ervoor om vlak voor de Vaalserberg niet die berg op te gaan, maar op de Gemmenicher weg rechtsaf te gaan. We hebben de prachtige panoramische weg met uitzicht over het dal en Gemmenich. Ik ben hier nog nooit geweest en het is zeker de moeite waard.

Regelmatig maken we een ommetje over een stijgende en dalend pad. Het is en blijft erg glibberig. We gaan over de golfbaan en vlak voor Sippenaeken gaan we in de richting van de Heijmans groeve.

Daar langs de Geul wacht ons nog een zeer natte verrassing. De modder paden zijn diep en kunnen er niet allemaal over heen komen. Voor sommigen kwam de modder zelfs in de schoenen. Wat doen we onszelf aan, zou onze familie zich afvragen. Ik heb er wel lol om. Ik hou wel van die “Mieke paadjes”

Het was een heerlijke dag!

Ook Walter heeft een verslag gemaakt: zie onderstaand.

Het hijgende hert en de zwaartekracht van het bestaan

Zwaartekracht is een smeerlap. Eerst trekt hij je haar naar beneden, dan je gezicht, en uiteindelijk je hele hebben en houwen. Zo loop je, vijftig plus, over paden waar je twintig jaar geleden nog fluitend overheen dartelde, alles strak in het vel. Tegenwoordig gaat alles wat trager, een schoorvoetend gevecht tegen de aarde die je uiteindelijk toch wel pakt. En vandaag, op die paden door het heuvelland, zat de zwaartekracht aan het roer.

Het begon bij het Hijgende Hert, een boscafé van de soort die je alleen in sprookjes tegenkomt. Een peperkoekenhuisje waar wij — gelukkig — níét in de oven belandden, al was het personeel vermoedelijk dicht bij die gedachte. Met koffie op — goed spul, niet van die dertien-in-een-dozijn automatenkwak — strompelden we verder. “Glibberen” zou een betere term zijn, want het pad was zo glad dat het leek alsof iemand het met margarine had ingesmeerd. We zakten een meter vooruit en twee centimeter omlaag, per stap.

De zwaartekracht won terrein. Vaals, met zijn drielandenpunt, haalden we net niet. Te veel hellingen, te veel zuurstoftekort, en uiteindelijk te veel zelfmedelijden. We staken de grens over naar Wallonië, waar alles net een beetje anders is en de chaos al snel zijn intrede deed.

Via een golfterrein — waar mannen normaal met te dure broeken hun ballen sloegen richting de eeuwigheid — belandden we op een camping van het soort waar hoop gestorven is en caravanzeilen de vlag halfstok hangen. Hier stonden stalen caravans in kaarsrechte rijen, alsof een overspannen ingenieur ze met een Belgische liniaal had neergezet. Voor de gezelligheid hadden ze een brandje buiten de camping gesticht, waar plastic afval in dikke, grijze wolken oploste. Een rookpluim die ons dwong gratis shag te roken. Even overwoog ik om een klapstoeltje uit te klappen en mee te doen — een vorm van solidariteit met de trieste schoonheid van het geheel.

We vervolgden onze weg langs de Geul. Hier had de regen de grond veranderd in een spons met persoonlijkheid. Bij elke stap werd je laars gegrepen door een kracht die leek te zeggen: “Blijf hier, niemand mist je toch.” Het geluid erbij was ronduit obsceen. Het zompige zuigen en smakken deed denken aan een verliefde tiener die voor het eerst tongdraait — veel te veel enthousiasme, veel te weinig techniek. Achteraf zeg je altijd dat het mooi was, maar op het moment zelf twijfel je aan alles.

Toch was het een feest. De natuur op zijn best, het land van de Belgen op zijn meest Belgische. Nergens anders zie je een rookpluim zo vredig over het golvende landschap zweven, nergens anders tref je een kerststal met beenloze wijzen en kleeft hoofdhaar als baart op Jozef. En wij, de zwaartekrachtverslagenen, liepen maar door. Want als je samen loopt, is verdwalen altijd iets minder erg.

Het was een mooie dag.

2 reacties op “Wandelen bij Epen dag 2

  1. Wat is het toch nat overal, je wandelt niet écht ontspannen, vaak is het een puzzeltocht hoe een aantal meters het beste te overbruggen.
    Maar jullie hebben er wel plezier in gehad, top, positief groepje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.